De wandeling begint bij één van de mooiste gebouwen van Parijs, de Opéra van Garnier, die je zeker ook van binnen moet zien. Door de grote winkelstraten gaan we langs het Ritz Hotel en het presidentiëel paleis op weg naar Place de la Concorde. Een kopje koffie op een prachtige (voor toeristen onbekende) locatie en de Seine bekijken met de mooiste brug, de Pont Alexandre III. Prada, Dior, Louis Vuitton, Armani en zelfs een Baby-Dior komen we in deze buurt tegen alvorens we het monument ter nagedachtenis aan Lady Diana bereiken. De Eiffeltoren, hét symbool van Parijs, moet je natuurlijk gezien hebben En je ziet hem vanaf de beste lokatie voor een mooie foto. Na het rusthuis van de militairen gaan we ons verbazen over de laatste rustplaats van Napoleon.
WANDELING van het 9e naar het 7e, via het 8e
→ START: Metro Opéra (Lijn 3, 7 en 8)
Opéra Garnier
Dit immens grote operagebouw werd gebouwd in een bloeiende periode van Parijs. Een waar pronkstuk op een oppervlakte van 11.000 m2. Een capaciteit van 2152 mensen die kunnen kijken naar 450 figuranten en dit alles wordt verzorgt door maar liefst 600 man personeel.
De architect was Charles Garnier, een in 1862 nog onbekende jongeman, die nog maar 35 jaar oud was. In later jaren een fel tegenstander van de bouw van de Eiffeltoren van Gustaf Eiffel. 13 jaar duurde de bouw van de Opéra en niemand kon de bouwstijl verklaren, men vond het mooi of men vond het lelijk, een tussenweg was er niet. Toen op een gegeven moment keizerin Eugénie, de vrouw van Napoleon III, hem dan ook vroeg aan wat voor een stijl zij moest denken, antwoordde Garnier heel slim; “ Dit is Napoleon de IIIe stijl, Madame.” De man maakte zich in één keer mateloos populair en commentaar was ineens verboden.
Het waren ook in die dagen onrustige tijden vandaar dat Garnier speciaal voor Napoleon III een aparte oprit liet maken, waar de Keizer met koets en al het gebouw van de achterkant kon in- en uitrijden. De voorkant was veel te gevaarlijk en natuurlijk voor het ‘gewone’ volk.
De Opéra is het grootste operagebouw ter wereld. Een breed bordes leidt naar de ingang, bestaande uit brede bogen met zware pilaren, waartegen een groot aantal marmeren beeldhouwwerken staat. Het interieur is overheersend druk en vol pronk en praal. Een grootse en brede trap -Le Grand Escalier- overheerst de hal, waar we een mooi gezicht op de prachtige plafondschilderingen van Isidori Pils hebben. Het gebouw bezit maar liefst 6319 traptredes. In de zaal zelf zijn de plafondschilderingen van Marc Chagall (1966). Het podium biedt plaats aan 450 figuranten en de hoogte van het podium komt overeen met elf woonverdiepingen!! De kroonluchter in het midden van de zaal weegt maar liefst acht ton. Eén van de tegengewichten is een keer naar beneden gestort recht op het hoofd van een dame die zat op plaats 13(!) van het vierde balkon.
Eigenlijk was de opzet een theater te bouwen voor het “gewone publiek”, iets wat het nooit helemaal is geworden, want de entreeprijzen waren nogal aan de pittige kant. Het gebouw en theater, hebben de meest karakteristieke vormgeving, uit de tijd van Napoleon III. De Parijzenaars hoeven er beslist geen spijt van te hebben dat de toen 35-jarige Garnier de wedstrijd won, die de uiteindelijke beslissing voor het kiezen van een architect vormde. Aan de wedstrijd deden in het totaal 171 bouwmeesters mee. De Opera moest het Academie Royale de Musique vervangen, ooit in opdracht van Lodewijk XIV gebouwd. Het was bouwvallig door diverse branden en door zijn niet al te beste constructie. De unanieme beslissing om Garnier te kiezen uit al die architecten was dus begrijpelijk, omdat dit precies paste in het plan van die dagen. Italiaanse stijl en groot, zeer groot, gebaseerd op het Grand Theatre in Bordeaux, gebouwd door Victor Louis in 1780.
Tijdens de 14-jarige bouw ontdekte men een ondergronds meer, waar later Gaston Leroux het wereldberoemde stuk “Phantom of the Opera” over maakte.
De bouw werd enige tijd gestaakt door het tussenkomen van de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in 1870, maar werd later in een ijlings tempo afgemaakt vanwege de brand in de oude opera in de Rue Le Peletier in 1873. Uiteindelijk werd het op 5 Januari 1875 officieel in gebruik genomen met de opvoering van “The Third Republique” door Field Marshall de MacMahon.
Buiten sta je in de wereld van 2 verschillende groepen mensen. Aangezien we midden in de zakelijke wereld van Parijs zijn lopen er nogal wat mensen met attachékoffertjes. De andere groep zijn dames voorzien van plastic tasjes met reclameopdruk van de meest bekende warenhuizen ter wereld, o.a. Galerie Lafayette, Printemps, La Samaritaine, etc.. Het verkeer is hier voor de Opéra zeer nadrukkelijk aanwezig. Er heerst hier een ongelooflijke drukte op de brede boulevards, waarvan de meeste zijn aangelegd door Baron Haussmann. Dit met de bedoeling het leger en politie beter doorgang te verlenen tijdens de voortdurende relletjes en opstanden en zo de oproerkraaiers minder de mogelijkheid te bieden om zich te verschuilen in de kleine steegjes. Uiteraard werden de nieuwe huizen aan de boulevards goed verkocht, voor veel geld, kassa! Op het plein voor de Opera hebben alle reclameborden witte verlichting. Dit is een verplichting, wit of niets!
→ We lopen de Rue de la Paix in
Place Vendôme
De werkelijke oprichters van het Place Vendôme waren vijf financiers die van dit kale stuk grond, in de 17e eeuw, een pronkstuk wilden maken (en er grof geld mee wilden verdienen). De toen huidige minister van Lodewijk XIV, Jean-Baptiste Colbert stak er een stokje voor, maar direct na zijn overlijden wist Hardouin Mansart, zelf één van speculanten, de koning toch te overtuigen. En zo kocht de koning het Hôtel Vendôme, waarna Mansart het bouwplan uitvoerde voor een rechthoekig plein, dat op de Rue de St.-Honore zou uitkomen. Om de koning te plezieren werd er in het midden een ruiterstandbeeld geplaatst, waartoe Girardon de opdracht kreeg. Een ingang zou in de vorm van een triomfboog moeten worden gemaakt, maar de oorlog van 1688 verhinderde het plan en de koning schonk het alles in 1689 aan de stad Parijs, met als verplichting dat aan de wensen van Mansart zou worden voldaan. Elk huis zou er aan de voorkant gelijk uitzien, wat in die tijd wel vaker gebeurde, en achter de gevel mocht een ieder zijn eigen ontwerp maken. De kopers waren allemaal financiers en speculanten. Mansart heeft hier zelf ook nog gewoond. Het ruiterstandbeeld werd in 1792 tijdens de Revolutie vernield en hiervoor in de plaats kwam, op bevel van Napoleon in 1806, een 44 meter hoge zuil naar voorbeeld van de zuil van Trajanus in Rome.
De zuil werd gemaakt van 1200 kanonnen die Napoleon buitmaakte bij de slag in Austerlitz. Bovenop de zuil stond Napoleon, uitgebeeld als Romeins krijgsheer. Napoleon was een groot bewonderaar van Caesar, wat zeker te zien is in allerlei monumenten in de stad. De opvolgers van Napoleon, de Restauratie, haalden hem er af en smolten hem om tot Hendrik IV, die elders in de stad geplaatst werd. Bovenop de zuil kwam toen een grote lelie. Louis-Philippe liet er in 1833 weer een Napoleon, iets minder dictatorachtig, opzetten. Napoleon III wilde de familieeer weer herstellen en veranderde het weer in een Romeins veldheer, compleet met lauwerkrans. Tijdens de Commune werd het wéér omvergetrokken waarvan een zekere schilder Courbet de schuld kreeg. Het werd dan ook, in de periode van de Derde Republiek, op zijn kosten gerestaureerd. Alleen over de zuil zou je al een boek kunnen schrijven.
Nu is het Place Vendôme een centrum van dure winkels (o.a. Cartier) en onbetaalbare hotels. Eén van de meest bekende is Hôtel Ritz. Tijdens de bezetting van Parijs, in de 2e Wereldoorlog, was Hôtel Ritz het hoofdkwartier van de Gestapo en nu favoriet bij de rijkelingen der aarde.
→ Steek het plein over
→ Rechtsaf Rue Saint Honoré
Meteen op de hoek aan de overkant zie je dé chocolatier van Parijs, Godiva. Wil je indruk maken in Parijs op een dame, dan koop je daar een doosje bonbons. Kijk maar eens in de etalage.
De Rue Saint Honoré loopt van de Rue Royale tot het Place des Ternes. Aan de 2 kilometer lange straat zijn onder meer het Élysée, verschillende ambassades, luxe boetieks en kunstgalerieën te vinden.
Aan de linkerkant kom je de Église Notre-Dame-de-l’Assomption tegen. De kerk, gebouwd tussen 1670 en 1676, is tegenwoordig de Poolse kerk van Parijs.
→ Rechtsaf Rue Royale
Gucci, Dior, Chanel, Ralph Lauren, etc., ook hier je goed je centen kwijt
→ Place de la Madeleine
L'église de la Madeleine
De Madeleine, ofwel St.-Marie-Madaleine, is op het eerste gezicht een merkwaardige kerk. Het meest opvallend is wel de architectuur, zijn 52 Corintische zuilen van twintig meter lang, doen meer denken aan een Griekse tempel. Nu is het eigenlijk ook geen kerk, want Napoleon liet dit gebouw door Vignon bouwen als tempel gewijd aan de roem van zijn grote leger. Na de val van Napoleon gingen er dan ook pas stemmen op om er een kerk van te maken. Het interieur werd iets aangepast maar een kerk, .......neen.
De terreinen eromheen bleven maar braak liggen en een mooie boulevard was niet in de buurt. Bij de aanleg van de eerste spoorlijn naar St.Germain werd er zelfs aan gedacht, om er een treinstation van te maken. Eindelijk in 1842, word dan toch maar de beslissing genomen en werd het een Godshuis, gewijd aan Maria-Magdalena. Het front heeft een mooi en groot fries, in 1834 bewerkt door Lemaire, met beeldhouwwerk dat ‘het laatste oordeel’ voorstelt.
En zie hoe veranderlijk de Parijzenaar toch is, het is nu één van deftigste kerken van Parijs. De welgestelden uit Parijs betalen grote sommen geld, om hiervandaan in het huwelijksbootje te stappen.
→ Loop een rondje om de Madeleine
Rondom de kerk staan regelmatig dikke auto’s met particuliere chauffeurs te wachten op hun bazin, die in de peperdure winkels hier hun delicatessen kopen. Een begrip is het filiaal van Fauchon, met zijn Foies Gras, truffels, chocolade en kwaliteitswijnen. Samen een happie doen? Kijk eens bij Kaspia, menu déjeuner (lunch) € 399,00 met ‘gewone’ kaviaar. Liever Béluga kaviaar? geen probleem € 599,00...... Euhh, per persoon!
→ Loop weer terug de Rue Royale in
→ Loop richting de naald
Op Rue Royale nr. 3 zit Maxim’s. De naam komt van de voornaam van de eerste eigenaar - Maxime Gaillard- die het café in 1893 begon. Het decor was Art nouveau, speciaal voor de Wereldtentoonstelling van 1900 en is nooit echt veranderd en na al die jaren nog steeds dé plaats waar je gezien wilt worden.
Place de la Concorde
Het plein huldigde oorspronkelijk de figuur van Lodewijk XV, wiens ruiterstandbeeld van Pigalle en Bouchardon in het midden van plein stond. Deze Lodewijk XV, ook wel genoemd, le Roi Bien-Amié, was een redelijk geliefd vorst en die moest geëerd worden, vandaar dat Gabriel de opdracht kreeg om van deze verlaten plek, aan het einde van Champs-Elysées en de Tuilerieën, op te knappen. Daar was wel wat van te maken, Lodewijk in het midden, rondom een gracht en aan de noordelijke kant een afsluiting door een paar grote Hôtels. Bedenk dat er in Parijs twee soorten hotels zijn, de hotels zoals wij ze kennen en de Hôtels wat eigenlijk grote herenhuizen zijn. Welnu, deze Hôtels die hier gebouwd werden zijn met recht grote herenhuizen. Een groot plein trekt veel mensen bij een feest, soms met nare gevolgen. Als er in 1770 vuurwerk wordt afgeschoten ter gelegenheid van het huwelijk van de kroonprins (de latere Louis XVI) met Marie-Antoinette, breekt er paniek uit en 133 personen worden onder de voet gelopen en overlijden ter plekke.
Het beeld van Lodewijk XV werd, net als alle andere in Parijs, tijdens de Revolutie vernield. Herstel, niet alle beelden werden door de Parijzenaren vernield, het door gekte bevangen publiek liet er één heel, namelijk het beeld van koning Hendrik IV, of liever gezegd ‘du Vert Galant’. Deze is altijd al de lieveling geweest van het volk, vandaar dat niemand in die roerige dagen het lef had om deze te vernielen. Het ruiterstandbeeld staat vandaag de dag nog steeds op de Pont Neuf, de eerste stenen brug van Parijs. Maar goed, in de plaats van het ruiterstandbeeld van Lodewijk XV, kwam er in de tijden van de Revolutie een andere verhoging, namelijk het schavot, met daarop de guillotine. Ondanks dat Place de Bastille de naam heeft van de guillotine, verreweg de meesten zouden hier op dit plein onthoofd worden. De naam van het plein werd gedoopt in Place de Révolution. Meer dan 1300 mensen werden hier, onder toeziend oog van enorm veel publiek, terechtgesteld. Op 21 januari 1793 was het de beurt aan Lodewijk XVI, die afscheid nam met de woorden; “Mijn volk, ik sterf onschuldig”. Een paar maanden later was het de beurt zijn 38-jarige vrouw, Marie Antoinette. Maar ook de bedenkers van de Revolutie o.a. Danton, Desmoulins en Robespierre werden gevangen in hun eigen web om vervolgens hier onthoofd te worden. In 1795 wist de Directoire niet beter te doen dan de met bloed besmeurde naam van het plein te veranderen in Place de la Concorde. Een mooie politieke oplossing om de kale plek op te vullen kwam van ver, de Obelisk. Vanwege de goede betrekkingen met Egypte, schonk Mehemet Ali, de onderkoning van Egypte, hen de 3.000 jaar oude, uit Luxor afkomstige, Obelisk. Aan de vier zijden staan de daden van Ramses II, uit de 13e eeuw voor Christus vermeld. Koning Louis-Philippe schonk Mehemet Ali als dank je wel voor de obelisk een klok, deze staat opgesteld op de binnenplaats van de Mohamed Ali-moskee in Caïro.
Het 23 meter hoge en 230 ton wegende gevaarte, is een klus geweest om naar Frankrijk te brengen. Vandaar dat dit trots vermeld staat in de sokkel van de Obelisk. En terecht, want we praten natuurlijk wel over 1836. En dit terwijl de klok van Louis-Philippe onderweg naar Egypte kapot ging en volgens de geruchten nooit meer heeft gelopen.
Het is maar goed overigens, dat de Fransman over het algemeen geen hiëroglyfen kan lezen, want anders was hij er nooit komen te staan. De daden waar men het over heeft op de Obelisk, gaan in enkele gevallen over zijn seksuele daden en die waren volgens ‘de naald’ niet gering. De in 1836 nogal preutse Parijzenaar heeft hier absoluut geen weet van gehad, want beelden omtrekken en vernielen, daar waren ze beslist kampioen in.
Op elke hoek van het achthoekige plein kwam een standbeeld dat symbool staat voor een Franse stad: Bordeaux, Brest, Lille, Lyon, Marseille, Nantes, Rouen en Straatsburg. Ze werden hier geplaatst in 1836 door Jacob Ignaz Hittorf, die het plein herinrichtte. Dat zelfde jaar werd er een bronzen fontein, gekend als de ‘Fontaine des Mers’ toegevoegd aan het plein. Een tweede fontein, de ‘Elevation de la Maritime’ werd in 1839 toegevoegd. Beide fonteinen werden ook door Hittorf ontworpen.
Als je goed kijkt dan is het allemaal niet echt origineel, want het lijkt allemaal heel veel op het St.-Pietersplein in Rome, en dat stond er eerder, al zal de Parijzenaar dit niet graag toegeven. Maar, mooi is het! De vergulde hekken van de toegang tot de Tuilerieën, het uitzicht naar het Panthéon en de Madeleine. Echt, je komt ogen tekort. Niet alleen voor al het moois, maar ook voor de 500.000 auto’s die hier per dag overheen rijden, een chaotische drukte.
→ Probeer het plein over te steken aan de rechterkant
Kijk nog eens een keer achterom
De twee zeer in het oogvallende Hôtels zijn, Hôtel Crillon waar nu de hoofdzetel van de Automobile Club de France en een zéér chic hotel zijn gevestigd. In het andere Hôtel zit sinds 1792 het Ministerie van Marine. Eén keer raden wie er in de 2e wereldoorlog, in deze Hôtels zijn tenten had ausgesetzt. Goed zo!
Links aan de overkant zie je vergulde hekken van Jardin de Tuileries, met daarachter het Louvre
→ Rechtsaf bij Avenue des Champs-Elysées
In de verte kun je de Arc de Triomphe zien staan, bij helder weer daarachter de Grand Arch in La Defense
Aan de rechterkant, verscholen tussen de bomen, ligt de Amerikaanse ambassade.
→ Linksaf Avenu Dutuit
→ Rechtsaf Cours la Reine
→ Rechtsaf Avenue Winston Churchill
één keer raden wie je aan de rechterkant begroet, hij rookt grote sigaren......
→ aan de rechterkant het Petit-Palais
Petit Palais
werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1900 door de architect Charles Girault en ligt aan de Avenue Winston-Churchill, precies tegenover het Grand Palais. Het Le Musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris is sinds 1902 gevestigd in Petit Palais. In het museum is een grote verzameling oude en moderne kunst, met onder andere schilderijen van Franse artiesten uit de 19e en de 20e eeuw. Ook hangen er schilderijen van Vlaamse kunstenaars uit de 15e eeuw, Nederlandse schilderijen daterend uit de 17e eeuw en Italiaans Renaissancewerk van Botticelli, Mantegna en Cima da Conegliano.
Het grootste deel van de collectie is afkomstig van de erfenis van Auguste Dutuit, die het museum ook nog een aanzienlijke som geld naliet om nog meer kunstwerken aan te kopen.
TIP: er is een prachtige binnentuin met cafetaria. Niet in de rij gaan staan bij de kaartjesverkoop, maar rechts naast de trap is een kleine ingang.
→ aan de overkant het Grand-Palais
Grand Palais
Dit paleis is een grote ‘glazen’ tentoonstellingshal die gebouwd werd voor de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs. Het werd gelijktijdig met het Petit Palais en de Pont Alexandre III gebouwd en heeft een imposante Neo-classisistische façade met veel Art Nouveau smeedijzerwerk.
Het Grand Palais bestaat in feite uit drie verschillende delen, elk met een verschillende ingang: Palais de la Découverte (een wetenschapsmuseum) is gevestigd aan de Avenue Franklin Roosevelt,Galeries National du Grand Palais (een tentoonstellingsruimte) met ingang aan het Clémenceau plein en tenslotte het Nef du Grand Palais (een evenementenhal) is toegankelijk vanaf de Avenue Winston Churchill, tegenover het Petit Palais.
Sinds zaterdag 24 september 2005 is het Palais na een grondige renovatie van twaalf jaar weer geopend voor het publiek, dit omdat in 1993 een gedeelte van het glazen plafond naar beneden kwam.
→ Loop terug richting de Seine
Pont Alexandre III
Wellicht de mooiste van alle bruggen die over de Seine gaan in Parijs. Deze elegante, in Belle Epoque stijl, heeft een metalen overspanning, die 107 meter lang en 40 meter breed is. Het vormt de verbinding tussen de Esplanade des Invalides en de Champs-Elysèes. Eén van de voorwaarden die gesteld werden aan het ontwerp van de brug was dat het zicht van op de Invalides langs de ene kant en de Champs-Élysées aan de andere kant niet belemmerd mocht worden. De brug werd gebouwd tussen 1896 en 1900, om het verbond Rusland-Frankrijk te herdenken en is naar Tsaar Alexander III genoemd. Zijn zoon Nicolaas II, verrichte de opening van de brug.
Hiervan is nog steeds het bewijs te zien, want naast het wapen van Frankrijk, prijkt ook het wapen van Rusland. Aan beide kanten, de noordelijke en zuidelijke, staan de Godinnen van de zege op gevleugelde paarden, in puur bladgoud.
De bruggen hebben altijd een grote betekenis gehad in de geschiedenis en historie van Parijs. Er zijn in totaal 37 bruggen, waaronder 3 loopbruggen en twee metrobruggen. Van de eerste, Pont Neuf, tot de laatste, hebben zij hun steentje bijgedragen en waren altijd belangrijkste ontmoetingsplaatsen.
Vooral in de middeleeuwen waren bruggen dé centra’s van handel en (on)lusten, vooral voor de dievenbendes waren het geliefde plaatsen. Een bekende naam uit dat ‘gilde’ was de dichter François Villon, die dan later zijn zonden ging opbiechten in het kleine kerkje St. Julien le Pauvre, in het Quartier Latin. Zijn dichterswerken zijn nu nog steeds populair in de literaire wereld.
→ Rechtsaf Cours la Reine
→ Rechtsaf Rue François 1er
→ Bij de rotonde linksaf Rue Jean Goujon
Loop een klein stukje de straat in en links op nr. 15 staat de Armeense kerk Saint Jean-Baptiste uit 1902. Heb zelf het geluk gehad hier een keer tijdens een dienst het interieur te zien, werkelijk schitterend. En dat mannenkoor.......zelden zoiets moois gehoord. Als de deuren zijn geopend, ook tijdens een dienst, gewoon naar binnen lopen. Ze lopen zelf ook tijdens de dienst in en uit.
→ Weer terug naar de rotonde
→ Linksaf Rue François 1er vervolgen
→ Linksaf Avenue Montaigne
Duur straatje met winkels van Prada, Dior, Louis Vuitton, Armani, er is zelfs een Baby Dior.
rechts op nr. 25 is het Plaza Athenée uit 1911, een peperduur hotel waar staatslieden, vorsten en vips logeren. In de winter hebben ze zelfs een eigen ijsbaan.
Hou je van mooie auto’s, let hier goed op!
→ Bij de Pont l'Alma het plein oversteken naar de gouden vlam
Pont l’Alma
Op 31 augustus 1997 overleed Diana Frances Spencer, prinses van Wales, bij een auto-ongeluk in de tunnel bij de Pont de l’Alma, samen met haar vriend Dodi Al-Fayed en hun chauffeur Henri Paul. Al-Fayeds lijfwacht Trevor Rees-Jones was de enige inzittende die het ongeluk overleefde. Hij bleek later als enige een veiligheidsgordel te hebben gedragen. Tot op vandaag de dag is het ongeluk nog altijd in raadselen gehuld. Dit standbeeld, de vlam van het Vrijheidsbeeld, is omgedoopt tot monument ter nagedachtenis aan deze populaire prinses.
TIP: Wil je de riolen van Parijs bezoeken, steek dan de brug over en aan het eind van de brug ligt links is de ingang naar Egouts de Paris. Zeer interessant om te zien hoe de ontwikkeling van het riool, nu ca 2500 km, in zijn werk is gegaan.
→ Loop langs de kade (avenue de New York) richting Eiffeltoren
Aan de rechterkant zie je het Palais de Tokyo, een museum voor moderne kunst. Het museum werd gebouwd in 1937.
→ Voor het park rechtsaf avenue de Mun
→ Bij de verkeerstlichten linksaf, avenue Mation des Unions
Palais de Chaillot, Trocadéro
Dit paleis is in 1937 gebouwd voor de Wereldtentoonstelling. Hier stond eerder een ouder paleis uit 1867 met de naam Palais du Trocadero en gebouwd op de heuvel van het voormalige dorp Chaillot. Het wordt door de Parijzenaar nog steeds Trocadéro genoemd, herinnerend aan de Spaanse vesting Trocadéro die in 1823 werd veroverd door de Franse troepen. Net als zijn voorganger heeft het een grote boog met twee zijvleugels, ontworpen in een moderne stijl. Op 10 december 1948 werd in het Palais de Chaillot de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens aangenomen. Het Palais Chaillot herbergt een aantal musea, onder andere het scheepvaartmuseum en het museum voor etnologie, zeg maar volkerenkunde. Op het grote open plein, Esplanade des Droits de l’Homme, vind je de ‘gouden’ sculpturen van Paul Belmondo, Léon-Ernest Drivier et Marcel Gimond. Ook is dit één van de beste fotolocaties met zicht op de Eiffeltoren. Vooral ‘s avonds worden hier bussen vol met toeristen gedumpt, die zich vergapen aan ‘het symbool van Parijs’. Waar veel mensen komen komen ook (helaas) verkeerde mensen, met andere woorden houd hier je spulletjes goed in de gaten.
→ Loop de trappen af naar beneden, richting Eiffeltoren
Tour Eiffel
De Eiffeltoren, het symbool van Parijs, werd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1889 gebouwd. De toren is een meesterwerk, ontworpen door ingenieur Gustave Eiffel. De totale hoogte is 320 meter, tweemaal zo hoog als het toenmalig hoogste gebouw, het Washington Monument in de Verenigde Staten. De structuur, die de indruk van weinig gewicht heeft, bestaat uit 15.000 gekruiste, aan elkaar geklonken metalen stukken. Het gewicht van 7300 ton rust op vier enorme pijlers, die voetstukken van beton hebben.
De toren is in drie verdiepingen verdeeld: de eerste verdieping is op een hoogte van 57 meter, de tweede op 115 meter en de derde op 274 meter. Bars en restaurants op de eerste twee verdiepingen geven de mogelijkheid aan de bezoeker om te pauzeren en te genieten van het prachtige uitzicht op de stad en de omgeving. Het idee van de Eiffeltoren was eigenlijk helemaal niet het idee van Gustave Eiffel. In 1882 kregen Maurice Koechlin, chef van een onderzoekseenheid van de Eiffel Company en zijn collega Emile Nouguier een idee om een metalen toren voor de 1889 Wereldtentoonstelling die in Parijs gehouden zou worden, te ontwerpen. Het eerste ontwerp was gedateerd 6 juni 1884. Koechlin en Nouguier legden de tekening voor aan Gustave Eiffel, maar deze zei in eerste instantie, dat hij er niet bij betrokken wilde worden, maar liet zijn twee technici wél doorgaan met de ontwikkelingen voor het ontwerp van een toren.
Op een gegeven moment besloot Gustave Eiffel om toch mee te doen aan het project. In september 1884 registreerde hij een patent voor “een nieuw ontwerp voor het bouwen met pylonen tot een hoogte van meer dan 300 meter” en in december tekende hij een overeenkomst met de twee technici. Nouguier en Koechlin gaven het exclusieve recht van patenteigendom aan Eiffel, die als tegenprestatie de patentkosten betaalde en elke technici op voorhand een bonus van 1% van alle rekeningen van de torenbouw gaf. Daarnaast zou Eiffel elke keer dat het project genoemd zou worden, de namen van deze twee technici vermelden (aan deze laatste belofte heeft hij zich echter niet gehouden). Op de bureaus van Eiffel werden ruim 5.000 tekeningen gemaakt. Voor het klinken van de twee en half miljoen nagels, die de metalen balken moesten verbinden, kwam elke dag een leger van 300 monteurs, uiteraard zonder hoogtevrees en beschikkend over acrobatentalent. In maart 1889 werd het monument voltooid en er was geen enkel slachtoffer gevallen onder de werknemers. Herstel, één werknemer vond echter wel de dood, maar notabene op een zondag waarop niet gewerkt werd. Hij verloor zijn evenwicht tijdens een demonstratie voor zijn verloofde.
De Eiffeltoren wordt elke zeven jaar opgeknapt en daar is dan ongeveer 40 ton verf voor nodig. De verlichting die ‘s avonds een waar pronkstuk van hem maakt, is van Nederlandse vakmanschap, Philips.
De weersomstandigheden hebben trouwens weinig invloed op de toren, bij sterke wind slingert het uiteinde maar 12 cm, en bij warm weer groeit hij....15 cm. Eigenlijk is het een geluk dat de Eiffeltoren er nog steeds staat. In 1909 liep namelijk de voor de toren verleende vergunning af en moest hij dus verdwijnen. Belangrijke figuren, waaronder Charles Garnier de bouwer van de Opera, vonden dat dit afschuwelijke ding een schande voor Parijs was en met de grond gelijk moest worden gemaakt. Gelukkig zag een Franse officier, Kapitein Ferrie, de ‘hoge’ voordelen van de toren, met het oog op het verspreiden van radiosignalen. Deze militaire belangen, die hiermee gediend waren, hebben het bestaan van de toren uiteindelijk gered. Een aantal jaren daarna was er wederom sprake van afbraak, maar sinds 1982 heeft het gemeentebestuur van Parijs het heft in handen genomen.
Op 28 november 2002 verwelkomde de Eiffeltoren zijn 200 miljoenste bezoeker. Alleen al in de maand augustus komen meer dan 500.000 toeristen genieten van een prachtig uitzicht, van ruim 70 kilometer bij helder weer.
Voor de sportievelingen onder ons, naar de 3e verdieping is ‘maar’ 1652 treden.
→ Loop onder de Eiffeltoren naar het Champ-du-Mars
Het Champ-du-Mars
Het marsveld, werd oorspronkelijk opgezet als militair paradeterrein, maar werd later in een park veranderd. Grootse gebeurtenissen hebben hier plaatsgevonden. In 1783 ging Jacques Charles hier als eerste mens, in een met waterstof gevulde ballon, de lucht in. Het jaar daarop ging Blanchard met een bestuurde ballon zelfs tot een hoogte van 4.000 meter. Op 14 juli 1790 werd hier de eerste verjaardag gevierd van de bestorming van de gehate Bastille, wat maar liefst 300.000 mensen op de been bracht. Op 17 juli 1791 vergaderde hier een menigte Parijzenaars om een petitie voor de verwijdering van Lodewijk XVI te ondertekenen. In de relletjes die toen uitbraken schoten soldaten onder het bevel van Markies de La Fayette een 50-tal burgers neer. Op 8 juni 1794 het feest van het Allerhoogste Wezen, uitgeroepen door Robespierre, opgesierd met dansers van de Opera.
Verschillende grootscheepse tentoonstellingen vonden hier plaats, onder meer de wereldtentoonstellingen van 1867, 1878, 1889 (waarvoor de Eiffeltoren werd gebouwd), 1900 en 1937.
→ Loop door het park naar Ecole Militaire (ca 1 km)
Ecole Militaire
12De militaire school werd gebouwd tussen 1751 en 1773, op initiatief van Madame de Pompadour, maîtresse van Lodewijk XV en was bedoeld om jonge arme edelen in staat te stellen een officiersopleiding te volgen. Om de bouw te financieren, werd een belasting op speelkaarten geheven en een speciaal uitgeroepen loterij bracht ook het nodige geld op.
De École Militaire bevindt zich aan het uiteinde van Jardin du Champ de Mars. Een langgerekt park, dat aan de andere kant aansluit op de Eiffeltoren. De gevel die naar de Champ de Mars is gekeerd, heeft acht kolossale Corintische zuilen en wordt gedomineerd door een vierhoekige paviljoenkoepel, met trofeeën en allegorieën als versiering. De pronkgevel is echter naar het binnenhof gericht. Het is een typisch neoclassicistisch gebouw. Gabriel moest zijn ontwerp meerdere malen aanpassen, aangezien het gebouw de Invalides zou overtreffen. In de 19e eeuw werd het gebouw met zijvleugels uitgebreid tot een groot complex. Nadat de gebouwen een belangrijk ruitercentrum waren geweest, werd hier in 1878 de hogere Krijgsschool ondergebracht en vandaag de dag biedt het nog altijd onderdak aan instituten voor hoger militair onderwijs.
Napoleon is zonder twijfel de beroemdste leerling, na zijn studie verliet hij op 16-jarige de academie als tweede luitenant van de artillerie.
→ Ga links voor het gebouw, Avenue de La Motte-Picquet
→ Houd op het Place Ecole Militaire rechts aan, de Avenue Tourville
Dôme-des-Invalides
Dit is met recht een meesterwerk van Hardouin Mansart, die de Dôme des Invalides bouwde. De plattegrond heeft de vorm van een Grieks kruis. De kerk heeft twee verdiepingen. Vooral de gevel is een kunstwerk. Men ziet twee rijen met zuilen boven elkaar, daarboven begint de koepel, eerst met dubbele rijen zuilen, waarna de koepel verschijnt die versierd is met slingers en bloemmotieven in bladgoud.
In 1989 is de koepel opnieuw verguld. Maar liefst 12 kilo goud was hiervoor nodig.
Ondanks dat de Dôme van buiten een schoonheid is, komen de meeste bezoekers hier toch voor iets anders. Napoleons enige zoon le Roi de Rome, Maarschalk Foch, Josef van Bonaparte, Maarschalk Vauban, Turenne, Lyaute, Jerome Bonaparte en vele andere bekende Fransen liggen hier begraven.
Wat een eerbetoon, de Fransen kunnen er wat van, maar.....ook hier komen de mensen niet echt voor. Als je denkt dat je alles al gezien hebt, kom je bedrogen uit. Wacht tot je het graf van Napoleon hebt gezien, want dat slaat werkelijk alles.
We schrijven 1840. Na langdurige onderhandelingen met Engeland mag koning Louis-Philippe eindelijk zijn zoon naar St.-Helena sturen, om Napoleon terug te halen. Zijn graf word geopend en even is het toegestaan om na de opening van de kist het lijk van de banneling, dat uitstekend geconserveerd blijkt te zijn en gehuld was in een uniform van de Chasseurs de la Garde, te aanschouwen. Negentien jaar daarvoor was hij daar, op St.-Helena, gestorven en begraven. Op 30 november 1840 arriveert de plechtige stoet bij Pont de Neuilly en vindt, ondanks de felle kou en striemende sneeuwbuien, de aankomst plaats. Dit alles onder geweldige belangstelling. De stoet trekt onder de Arc de Triomph door en bereikt eindelijk via de Place de la Concorde, de Esplanade des Invalides. De kist wordt voorlopig geplaatst in de Chapelle St.-Jerome in afwachting van de overbrenging naar de speciaal ingerichte graftombe, hier in de Dôme. De voltooiing zal echter nog twintig jaar op zich laat wachten. Maar voor het resultaat............koop een kaartje, het is echt de moeite waard.
Graf Napoleon
In een ‘kuil’ omringd door een marmeren balustrade staat de machtige rood-porfieren sarcofaag op een voetstuk van groenachtig graniet uit de Vogezen. Twintig jaar duurde de bouw van het monument, alleen al het zoeken naar zo’n enorm stuk porfier, het transport en het bewerken ervan nam jaren in beslag. Napoleon ligt in een, door zes in elkaar passende kisten, tombe. Beschermd door de eerste van blik, daaromheen kisten van mahoniehout, twee loden kisten, ebbenhout en tenslotte de buitenste kist van eikenhout. Het plaveisel van de crypte, toont rondom de sarcofaag een grote ster, hieromheen houden 12 grote Victoires van Pradier de wacht. De man die ooit begon in 1784 op de Ecole Militaire, daar in 1785 weer vertrok als luitenant, met een brevet op zak waar de aantekening op was gemaakt; “Ira loin si les circonstances le permettent”, of in het Nederlands; hij kan het ver brengen, mits hij de omstandigheden mee heeft. De persoon die dit ooit geschreven heeft, had nooit durven vermoeden dat hij hier te maken had, met we later kunnen zeggen, één der grootsten van de krijgskunst’. Daar is het natuurlijk niet iedereen mee eens, vraag maar eens in Spanje.
Op 15 augustus 1769, het feest van Maria’s Hemelvaart, woonde de hoogzwangere Letiza Bonaparte de hoogmis bij in de kathedraal in Ajaccio, op het eiland Corsica in de Middellandse Zee. Onder de mis beginnen hevige weeën en in een draagstoel word Letiza, door haar schoonzuster, naar huis gebracht, een eenvoudige woning in de Rue Malherbe. Daar aangekomen waren de weeën zo sterk dat de bevalling plaats vond op de bank, aangezien er geen tijd meer was om naar de slaapkamer te gaan. Zijn familie noemde het Nubilio of Nabulione, maar na overleg met haar man, Charles, gaven ze hem de naam Napoleon, vernoemd naar een overleden familielid van zijn moeder. Napoleon maakte een eenvoudige jeugd door op Corsica. Zijn vader had een baan bij de rechtbank, was niet rijk, maar zeker geen armoede. Al vroeg vertrok Napoleon naar de grote stad, want daar was volgens hem zijn toekomst. In Parijs sloot hij zich aan de mensen die tegen de monarchie waren, later de beginleggers waren van de Revolutie. De ‘Corsicaan’ moest in 1794 nog een schuilplaats zoeken in de Rue de la Huchette, vanwege zijn relatie met Robespierre. Maar na een geweldige overwinning van het Franse leger op de Pruisen kreeg hij steun van de Directoire en wat voor hem nog belangrijker was, men maakte hem consul. Toen ging het snel met Napoleon, de ene veldslag na de andere en een ware overwinningskoorts maakte zich van Frankrijk meester. In 1804 pakte hij Paus Pius, in de Notre-Dame, de kroon uit de vingers en kroonde zichzelf tot Keizer van Frankrijk. Na zijn verbanning op Elba kwam hij nog één keer voor 100 dagen aan de macht, waarna hij op 5 mei 1821, ‘eenzaam’ zal sterven op het eiland St.-Helena.
Op de toegangsdeur naar de sarcofaag staat de laatste wens van Napoleon te lezen: “Je désire que mes cendres reposent sur les bords de la Seine, au milieu de ce peuple français que j’ai tant aimé”. In het Nederlands; “Ik wil dat mijn stoffelijk overschot rust aan de oevers van de Seine, te midden van het Franse volk, waarvan ik zoveel hield”. En zo wil geschiedde....
→ Vervolg de Avenue Tourville
→ Ga linksaf Boulevard des Invalides
Als je het bekende standbeeld De Denker van Rodin wilt zien, moet je een klein stukje de Rue de Varenne in lopen. Het museum is gevestigd in Hôtel Biron, waar duizenden kunstwerken staan opgesteld van Auguste Rodin. Een man door velen beschouwd als één van de grootste en meest vereerde kunstenaars in de geschiedenis.
→ Linksaf Rue de Grenelle
Hôtel des Invalides
Het Hôtel des Invalides is eigenlijk een onderdeel van drie gebouwen, die in een record tempo van máár 5 jaar zijn gebouwd. Het Hôtel, de Dôme en de kerk St.-Louis. Lodewijk XIV zag met ontevreden ogen aan dat zijn soldaten, oud of invalide, aan hun lot werden overgelaten. De meeste stierven dan ook een hongerdood, na een bedelbestaan. Dit was voor hem de reden, om in 1671, een begin te maken aan dit complex. Het enorme plein (1704-1720) is 487 meter lang en 250 meter breed en het vormt de juiste omgeving voor het Hôtel des Invalides. In het park voor het Hôtel, staan bronzen kanonnen uit de 17e en 18e eeuw opgesteld, achttien stukken in het midden, waarboven een reliëf, Lodewijk XIV, geflankeerd door Prudentia en Justitia, voorstellend. De buitenste kanonnen werden afgeschoten met belangrijke gebeurtenissen, vandaar dat men hen de ‘zegevierende batterij’ heeft genoemd. De voorgevel, van 196 meter lang, heeft een groots portaal, met in het midden het beeld van Napoleon, wat vroeger op Place Vendome heeft gestaan. Het gebouw is voor de soldaten altijd een goed onderkomen geweest en maar liefst 7.000 van hen hebben hun laatste dagen hier gesleten. Tot op de dag vandaag (2001) wonen hier nog steeds zo’n 200 soldaten.
De oost- en westvleugel, vormen nu een oorlogsmuseum en is zeker een bezoek waard. Een bonte verzameling van Franse vlaggen en vaandels van het ‘Ancien Règime’ en vele trofeeën behaald op de vijand. Dankzij een belangrijke verzameling van uniformen, schilderijen, tekeningen en wapens kunnen we ons hier een goede voorstelling maken, van de Cavalerie van 1800 tot 1940 en de wapenuitrusting vanaf 1717 tot heden.
→ Vervolg de Rue de Grenelle
→ Linksaf Avenue La Motte Picquet
→ Rechts Place Salvador Allende
Metro La Tour-Maubourg (lijn 8), brengt je weer naar de volgende locatie in Parijs
EINDE WANDELING