Een wereld op zich, maar ook een geschiedenis op zich.
Hoofdrolspeler: Lodewijk XIV, de Zonnekoning.

De geschiedenis van paleis Versailles kan eigenlijk op drie manieren beginnen, in 1624, 1649 of 1661. Het paleis is dus niet gebouwd door Lodewijk de XIV, zoals de meeste mensen denken. Neen, hij was degene die het liet verbouwen. De werkelijke opdrachtgever was zijn vader Lodewijk XIII, die op 20 kilometer afstand van Parijs, een ‘eenvoudig’ jachtslot liet bouwen, in een voorstad van Parijs, (nu ca. 95.000 inwoners) die dezelfde naam heeft als het paleis. Dit gebeurde in 1624.
In de nacht van 5 op 6 januari 1649, ontvluchtten de Bourbons Parijs. De koning, de toen pas 11-jarige Lodewijk XIV, zocht met zijn familie toevlucht in dit jachtslot. In de jaren die daarop volgden ging de koning steeds vaker naar Versailles om er te jagen of zijn maîtresse, Madame de la Vallière, te ontmoeten. Aan het hof werd er niet geheimzinnig over gedaan dat de Zonnekoning, naast zijn gearrangeerde huwelijk met Maria Theresia van Spanje, ook een maîtresse bleek te hebben. Het was een puur politiek huwelijk, eigenlijk een onderdeel van het Verdrag van de Pyreneeën, dat een einde maakte aan de Dertigjarige Oorlog met Spanje.
Dan gebeurt er op 17 augustus 1661 iets, wat volgens mij, de echte geschiedenis van het paleis doet starten. Nicolas Fouquet, die vanaf 1653 minister van financiën was, nodigde de koning uit voor het bijwonen van de opening van zijn nieuwe kasteel Vaux-le-Vicomte. De zéér kundige, maar ook slimme minister had zich in de loop der jaren een kapitaal vergaart wat, gezien het gebouw, van ongelooflijke grootte moet zijn geweest. De tafel van de koning was gedekt met een servies van massief goud. Op 80 tafels en 30 buffetten, glansden 120 dozijn zilveren serviezen. En dat terwijl de koning z’n eigen tafelgerei juist had moeten laten omsmelten om de nog resterende schulden van de Dertigjarige Oorlog te kunnen betalen. De al aanwezige irritatie van de koning nam nog meer toe toen bleek dat er buiten in het park, met zijn 1200 aangelegde tuinen en fonteinen, een blijspel, balletten en concerten werden opgevoerd. Als klap op de vuurpijl werd er aan de eind van de dag ook nog een groots vuurwerk ontstoken. De zeer boze koning zag ervan af om hier, in de voor hem speciaal ingerichte suite, de nacht door te brengen. Zijn moeder Anne van Oostenrijk heeft hem er van kunnen weerhouden, anders had hij diezelfde avond Fouquet al laten opsluiten. Maar op 5 september 1661 liet hij dan toch Fouquet arresteren en de man heeft de rest van zijn leven in de gevangenis moeten doorbrengen. Toen nam Lodewijk een beslissing, nooit mocht er een onderdaan van hem in een mooier kasteel wonen als hij, de Zonnekoning.
Volgens velen kan dit niet de reden zijn, omdat het plan om Fouquet te arresteren reeds in mei 1661 in diep geheim was genomen. Maar gezien de grootsheid van Versailles en de grootheidswaanzin van Lodewijk...... het zal zeker hebben bijgedragen.
Maar goed, Le Vau, Le Brun en Le Nôtre kregen de klus van hun leven, ze werden belast met de verwezenlijking van een onderkomen, die het kasteel van de ontslagen minister moest overtreffen, Chateau Versailles!
Versailles - Cour de Marble
Uit een klein jachtslot, in een moerassige wildernis, zou in de loop der jaren zich hét centrum van de toen machtigste staat van Europa ontwikkelen. In 1663 werden gebouwen bijgeplaatst en de bestaande gevels met rijk decoratiewerk versierd. Een orangerie werd aan het paleis toegevoegd en Le Nôtre maakte zijn eerste tekeningen voor de nu wereldberoemde tuinen.
Holland vaarde er wel bij, elk jaar werden er door Le Nôtre maar liefst vier miljoen tulpenbollen besteld!! Vanaf 1663 vonden er reeds grote feesten plaats in de tuin en theatervoorstellingen op het binnenhof. In 1668 werd een aanvang gemaakt met de bouw van de drie zijvleugels. In de hoofdas van de tuin werd een kanaal gegraven, waarvoor de koning er een hele vloot met pleziervaartuigen op nahield. De koning was helemaal gek van fonteinen en watervallen. Het waterverbruik was gigantisch, zo groot zelfs dat er speciale kanalen en aquaducten vanaf de Seine werden aangelegd om Versailles van water te voorzien. Om het waterverbruik toch enigszins te beperken mochten de fonteinen alleen werken als de koning in de buurt was. In hetzelfde jaar kwam de koning in het bezit van een dorp, ten noordwesten van het park met de kerk St.-Maria de Trienno, dat hij liet afbreken om ook daar een kanaal te graven en te laten aansluiten op het assenstelsel.