Dit immens grote operagebouw werd gebouwd in een bloeiende periode van Parijs. Een waar pronkstuk op een oppervlakte van 11.000 m2. Een capaciteit van 2131 mensen die kunnen kijken naar 450 figuranten en dit alles wordt verzorgd door maar liefst 600 man personeel.
De architect was Charles Garnier, een in 1862 nog onbekende jongeman, die nog maar 35 jaar oud was. In later jaren was Garnier een fel tegenstander van de bouw van de Eiffeltoren van Gustave Eiffel. De bouw van de Opéra duurde 13 jaar en niemand kon de bouwstijl verklaren. Men vond het gewoon mooi of men vond het spuuglelijk, een tussenweg was er niet. Toen op een gegeven moment keizerin Eugénie, de vrouw van Napoleon III, hem dan ook vroeg aan wat voor stijl zij moest denken, antwoordde Garnier heel slim; “ Dit is Napoleon de IIIe stijl, Madame.” De man maakte zich in één keer mateloos populair en commentaar was ineens verboden.
De foyer, voor een kopje koffie in de pauze........
Het waren ook in die dagen onrustige tijden vandaar dat Garnier speciaal voor Napoleon III een aparte oprit liet maken, waar de Keizer met koets en al het gebouw van de achterkant kon in- en uitrijden. Het was nog niet zo lang geleden dat er in 1858 bij de oude opéra op hem en zijn vrouw een aanslag was gepleegd. Bij deze aanslag raakte hij -op een enkel schrammetje na- niet gewond, maar er vielen wel 8 doden en 156 gewonden. Zelfs de paarden van z'n koets overleefden het niet. De voorkant was dus veel te gevaarlijk en natuurlijk ook een beetje voor het ‘gewone’ volk.
De Opéra is het grootste operagebouw ter wereld. Een breed bordes leidt naar de ingang, bestaande uit brede bogen met zware pilaren, waartegen een groot aantal marmeren beeldhouwwerken staat. Het interieur is overheersend druk en vol pronk en praal. Een grootse en brede trap -Le Grand Escalier- overheerst de hal, waar we een mooi gezicht op de prachtige plafondschilderingen van Isidori Pils hebben. Het gebouw bezit maar liefst 6319 traptreden. In de zaal zelf zijn de plafondschilderingen van Marc Chagall (1964). Het podium biedt plaats aan 450 figuranten en de hoogte van het podium komt overeen met elf woonverdiepingen!! De kroonluchter in het midden van de zaal weegt maar liefst zes ton en is door Garnier zelf ontworpen. Eén van de tegengewichten is een keer naar beneden gestort op het hoofd van een dame die zat op plaats 13(!) van het vierde balkon.
Eigenlijk was de opzet een theater te bouwen voor het “gewone publiek”, iets wat het nooit helemaal is geworden, want de entreeprijzen waren nogal aan de pittige kant. Het gebouw en theater, hebben de meest karakteristieke vormgeving, uit de tijd van Napoleon III.
De Parijzenaars hoeven er beslist geen spijt van te hebben dat de toen 35-jarige Garnier de wedstrijd won, die de uiteindelijke beslissing voor het kiezen van een architect vormde. Aan de wedstrijd deden in het totaal 171 bouwmeesters mee. De Opera moest het Academie Royale de Musique vervangen, ooit in opdracht van Lodewijk XIV gebouwd. Het was bouwvallig door diverse branden en door zijn niet al te beste constructie. De unanieme beslissing om Garnier te kiezen uit al die architecten was dus begrijpelijk, omdat dit precies paste in het plan van die dagen. Italiaanse stijl en groot, zeer groot, gebaseerd op het Grand Theatre in Bordeaux, gebouwd door Victor Louis in 1780.
Tijdens de 14-jarige bouw ontdekte men een ondergronds meer, waar later Gaston Leroux het wereldberoemde stuk “Phantom of the Opera” van maakte. Maar anders dat zijn boek (en latere musical) vertelt, was het niet een spook dat huisde onder de Opéra, maar een verdrietige pianist. Deze had een verminkt gezicht opgelopen tijdens een brand in het conservatorium aan de rue Le Peletier. Hierbij kwam ook zijn vriendin om en de beste man, overrompeld door verdriet, verstopte zich onder het gebouw.
De bouw werd enige tijd gestaakt door de tussenkomst van de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in 1870, maar werd later in een vlug tempo afgemaakt mede door de brand in de oude opera in de Rue Le Peletier in 1873. Uiteindelijk werd het op 5 Januari 1875 officieel in gebruik genomen met een stuk genaamd “The Third Republique” door Field Marshall de MacMahon.
Eenmaal weer buiten komen we in de wereld van 2 verschillende groepen mensen. Aangezien we midden in de zakelijke wereld van Parijs zijn lopen er nogal wat mensen met attachékoffertjes. De andere groep zijn (vooral) dames voorzien van tassen met reclameopdrukken van de meest bekende warenhuizen ter wereld, o.a. Galeries Lafayette, Printemps, etc..
Het verkeer is hier voor de Opéra zeer nadrukkelijk aanwezig. Er heerst een ongelooflijke drukte op de brede boulevards, waarvan de meeste zijn aangelegd door Baron Haussmann. De 'stadsvernieuwer' van Napoleon III vond dat de nog middeleeuwse straatjes veel te smal waren voor het nieuwe verkeer en daarnaast was het een perfecte oplossing om het leger en politie beter doorgang te verlenen tijdens de voortdurende relletjes en opstanden. Zo kregen de oproerkraaiers minder de mogelijkheid om zich te verschuilen in de kleine straatjes en steegjes. De investering betaalde zich trouwens snel terug want de nieuwe huizen aan de boulevards werden goed verkocht, voor veel geld, kassa! Opmerkelijk is dat op het plein voor de Opéra alle reclameborden witte verlichting hebben. Om het aanzicht van de Opéra niet te vestoren werd het "Règlement de la publicité et des enseignes" in leven geroepen. Zo moeten alle lichtreclames rondom de Opéra "de couleur blanche, légèrement teintée ou dorée" zijn - dus wit, lichtgetint of warmwit….........of niets, was het maar vaker zo.

Het kan soms erg druk zijn, koop de toegangskaartje online vooraf bij Tiqets