De werkelijke oprichters van het Place Vendôme waren vijf financiers die van dit kale stuk grond, in de 17e eeuw, een pronkstuk wilden maken (én er grof geld mee wilden verdienen). De minister van Lodewijk XIV, Jean-Baptiste Colbert stak er een stokje voor, maar direct na zijn overlijden wist Hardouin Mansart, zelf één van speculanten, de koning toch te overtuigen. En zo kocht de koning het Hôtel Vendôme, waarna Mansart het bouwplan uitvoerde voor een rechthoekig plein, dat op de Rue de St.-Honore zou uitkomen. Om de koning te plezieren werd er in het midden een ruiterstandbeeld geplaatst, waar Girardon de opdracht voor kreeg. Een ingang zou in de vorm van een triomfboog moeten worden gemaakt, maar de oorlog van 1688 verhinderde het plan en de koning schonk alles in 1689 aan de stad Parijs, met als verplichting dat aan de wensen van Mansart zou worden voldaan. Elk huis zou er aan de voorkant gelijk uitzien, wat in die tijd wel vaker gebeurde, en achter de gevel mocht een ieder zijn eigen ontwerp maken. De kopers waren allemaal financiers en speculanten. Mansart heeft hier zelf ook nog gewoond. Het ruiterstandbeeld werd in 1792 vernield en hiervoor in de plaats kwam, op bevel van Napoleon, in 1806, een 44 meter hoge zuil naar voorbeeld van de zuil van Trajanus in Rome.
De zuil, midden op het Place Vendôme, werd gemaakt volgens zeggen van 1200 kanonnen die Napoleon buitmaakte bij de slag in Austerlitz. Iets wat later niet waar bleek te zijn, er waren 'maar' 130 kanonnen buitgemaakt, maar dat terzijde. Bovenop de zuil stond Napoleon, uitgebeeld als Romeins krijgsheer. Napoleon was een groot bewonderaar van Caesar, wat zeker te zien is in allerlei monumenten in de stad. De opvolgers van Napoleon, de Restauratie, haalden hem er af en smolten hem om tot Lodewijk XIV, die elders in de stad geplaatst werd. Bovenop de zuil kwam toen een grote lelie. Louis-Philippe liet er in 1833 weer een Napoleon, iets minder dictatorachtig, opzetten. Napoleon III wilde de familie-eer weer herstellen en veranderde het weer in een Romeins veldheer, compleet met lauwerkrans. Tijdens de Commune werd het wéér omvergetrokken, waarvan de schilder Gustave Courbet de schuld kreeg. Tijdens de daaropvolgende Derde Republiek, besliste men dat het op zijn kosten moest worden gerestaureerd. Of hij ooit heeft betaald.....hij emigreerde naar Zwitserland. Alleen over de zuil zou je al een boek kunnen schrijven.
Hôtel Ritz
Nu is het Place Vendôme een centrum van dure winkels (o.a. Cartier) en in de omgeving zijn een aantal onbetaalbare hotels. Op nummer 15 van het plein zelf misschien wel de meest bekende, Hôtel Ritz. Het perceel werd in 1705 van de stad Parijs gekocht door Antoine Bitaut de Vaillé die er een herenhuis liet bouwen. Bekende bewoners waren de hertogin de Gramont (het huis stond sindsdien bekend als Hôtel de Gramont) de maarschalk De Lautrec en de markies De Villette. In 1897 werd het onder architectuur van Charles Mewès verbouwd tot hotel, in opdracht van César Ritz die het op 1 juni 1898 opende. In 1979 verkocht de familie het hotel Ritz aan de Egyptische zakenman Mohamed Al-Fayed, die het niet alleen kocht, maar ook grondig liet verbouwen. In 1997 bezocht Al-Fayed's zoon Dodi het hotel samen met zijn vriendin Diana Spencer. Het paar werd door een chauffeur van het hotel weggebracht en verongelukte bij de Pont de l'Alma. Van de vier inzittenden overleefde alleen de bodyguard van Dodi het ongeluk.
Coco Chanel had 35 jaar lang een appartement in het Ritz Hotel en overleed daar in 1971 op 87-jarige leeftijd. Zij werd waarschijnlijk door de magische vormen van het plein Place Vendome geinspireerd voor de wijzerplaat van haar beroemde horloge premiere. Verder had de hertog van Windsor er een sprookjesachtig appartement en logeerden er vele beroemde acteurs en actrices. Het is nu nog steeds zeer favoriet bij de rijkelingen der aarde, die de laatste jaren even geduld moesten hebben. Vanaf 2012 tot 2016 stond het Ritz namelijk in steigers en werd het voor een slordige 200 miljoen euro’s aangepast aan de moderne tijd.