Dit plein is vooral beroemd vanwege de herinneringen aan de Revolutie. Hier stond de zware vesting, Bastille Saint-Antoine, gebouwd door Karel V tussen 1370-1382. Later werd de Bastille een staatsgevangenis waar o.a. de mysterieuze figuur, de man met het ijzeren masker, gevangen zat. Ten tijde van Lodewijk XIV was een simpel briefje van de koning genoeg om je hier, zonder enige vorm van proces, gevangen te zetten.
In het begin mocht je als welgesteld man nog wel je kamerbediende meenemen en had je een redelijk luxe cel. De gouverneur verdiende goed aan zijn gevangenen, ze moesten gewoon huur betalen voor hun cel! In de loop der tijd werd het karakter van de gevangenis steeds grimmiger en vonden steeds meer gruwelijkheden plaats.
De beruchte vesting werd het hoofddoel van de volksopstand die op 14 juli 1789 uitbrak. 7.000 woedende Parijzenaars bestormden het gebouw, omdat men dacht hier wapens en munitie te vinden. De Bastille, die door gouverneur De Launay met slechts 32 Zwitserse lijfwachten en 82 invaliden bewaakt werd, viel in korte tijd in handen van het volk. De gouverneur werd vermoord en de slechts zeven(!) aanwezige gevangenen werden op een kar, in een heuse triomftocht, door de stad gevoerd. Bleek later dat de gevangenen eigenlijk geen gevangenen waren maar gevaarlijke gekken, onder andere de Markies de Sade, maar ja, niemand die zich daar druk om maakte. De daaropvolgende dag begon men meteen al met de afbraak van de Bastille, iets wat een jaar in beslag zou nemen. De ongelooflijke grote berg met stenen werd gebruikt voor de bouw van de Pont de la Concorde en er werden zelfs stenen verkocht als souvenir. Als je goed naar het plaveisel van het plein kijkt, zie je ronde bogen van een andere kleur steen. Als je de lijnen volgt, zie je contouren van de oude Bastille.
Nu staat er midden op het plein, waar vroeger tijdens de Revolutie de guillotine stond, de Colonne de Juillet. Die heeft overigens niets met de Revolutie te maken, maar is een nagedachtenis aan de slachtoffers van de juli-revolutie van 1830 en de latere februari-revolutie van 1848. De slachtoffers van deze bloedige periodes werden onder de zuil begraven en hun namen gegraveerd in de 52 meter hoge bronzen zuil.
De zuil is bekroond met een verguld bronzen beeld van een gevleugeld mannenfiguur, de ‘beschermengel’ van de vrijheidsgedachte, Genie de la Liberte. De engel is gemaakt door de beeldhouwer Auguste Dumont in opdracht van Lodewijk Filips. De hoogste 'grafsteen' van Parijs was vroeger te beklimmen, d.m.v. 238 treden, tegenwoordig is hij om veiligheidsredenen helaas gesloten voor het publiek.
Opéra Bastille
De Opéra Bastille werd in 1983 door de Uruguayaan Carlos Ott ontworpen en biedt aan 2700 mensen plaats. Vooral de akoestiek is van wereldfaam. Tijdens de bouwwerkzaamheden heeft het baggerwerk voor de nodige onrust gezorgd. De grote kuil die gegraven moest worden stortte telkens in door ondergrondse stromingen. Dus moest er van narigheid (weer) een buitenlandse firma opdraven, zoals zo vaak in Parijs. Gezien de trots van de Fransman was dit al een probleem, maar toen bekend werd dat die firma ook nog een vrouw als directeur had, was het verhaal compleet, schande en nog eens schande. De desbetreffende firma? Zwagerman, uit.......Nederland. Een leuke anekdote, of het waar is? Volgens een gids in Parijs wel.
TIP: Voor € 5,00 een voorstelling meemaken? Dat kan, maar dan moet je anderhalf uur voor de voorstelling in de rij gaan staan en het niet erg vinden om staande de voorstelling mee te maken. Geen garantie en maximaal twee kaarten per persoon.
Cour Damoye
Even zoeken, maar op nr. 12 in de rue Daval vind je de ingang naar Cour Damoye, letterlijk en figuurlijk een verborgen plekje in de wijk Faubourg Saint-Antoine. Ooit een oefenbaan voor de Musketiers en opgekocht door een ijzerhandelaar, Antoine Pierre Damoye. Deze verhuurde vanaf 1790 de panden aan schroothandelaren en ambachtslieden zoals schoenmakers en vooral houtbewerkers. De cour is niet groot, 120 meter lang en maximaal 6 meter breed, maar zeker een bezoekje waard. Wat het meest opvalt is de rust als je vanaf het drukke Place Bastille komt.
Het geheel is in 1999 gerenoveerd door architect Drummond en (gelukkig) verzekerd voor de toekomst. Aan de kant van rue Daval vind je nog een van de laatste koffiebranders van Parijs, Brûlerie Daval. Een mooie plek voor een kopje koffie of thee, vlakbij het drukke leven van Parijs, maar in een oase van rust.
Houd in de gaten dat 's avonds de cour gesloten is voor publiek, dan is het weer het domein van de bewoners.