Enclos-St.-Laurent, 10e arrondissement


parijsmijnstad - 10e arrondissement van Parijsis voor veel Nederlandse en Belgische treinreizigers de eerste ontmoeting met Parijs. Niet echt veel monumenten, maar wel een aantal leuke dingen om te bekijken. Het Canal St.-Martin (zie uitgebreid 19e arrondissement) trekt veel bezoekers en heeft ervoor gezorgd dat hier veel kleine winkeltjes en terrasjes zijn. De Porte St.-Denis is een triomfboog gebouwd op de plek waar eerder een oude verdedigingsmuur heeft gestaan. De St.-Vincent de Paul wordt vandaag de dag beschouwd als één van de laatste klassieke kerken van Parijs. Er zijn in het 10e arrondissement veel hotels.

Een mooie wandeling, die voor een gedeelte door deze buurt loopt, is te bekijken en te downloaden op de wandelpagina.

10e arrondissement Parijs


Gare du Nord

Gebouwd: 1861
Architect: Jacques Hittorff
Opdrachtgever: Chemin de Fer du Nord
icono-mapa-65

Gare du Nord Parijs

Met meer dan 180 miljoen reizigers per jaar is dit het drukste spoorwegstation van de SNCF, maar ook één van de drukste treinstations ter wereld. Het eerste station ‘Paris-Nord’ werd gebouwd in opdracht van de Chemin de Fer du Nord. Het werd op 14 juni 1846 geopend, tegelijk met de ingebruikname van de spoorlijn Parijs–Amiens–Rijsel van deze spoorwegmaatschappij. Het station bleek al snel te klein. Het werd dan ook in 1860 al weer gesloopt voor de bouw van een nieuw station. De mooie voorgevel werd ‘verhuist’ naar het station Flandres in Lille.

parijsmijnstad - Gare du Nord ParijsHet nieuwe station, een ontwerp van architect Jacques Hittorff, werd gebouwd tussen 1861 en 1865, maar werd reeds geopend in 1864. De opvallende voorgevel is ontworpen rond een triomfboog met 23 kleine en 6 grote standbeelden. De 23 kleinere staan voor de steden die de Chemin de Fer du Nord aandeed. De zes grotere beelden stellen de internationale bestemmingen voor Parijs, Londen, Berlijn, Wenen, Brussel en Amsterdam. Voor de Nederlanders die met de trein aankomen in Parijs een bekende lokatie.

Maar het nieuwe station bleek ook al snel te klein. Nadat in 1884 al vijf extra sporen waren toegevoegd, werd in 1889 het interieur geheel vernieuwd en werd aan de oostzijde een deel aangebouwd voor de lijnen naar Parijse voorsteden. Tussen de jaren dertig en zestig van de vorige eeuw werd het station verder uitgebreid.

Vanaf 1906 beschikt het station over het metrostation Gare du Nord. Aanvankelijk alleen voor lijn nr. 4 naar het centrum van Parijs, maar vanaf 1908 werd lijn nr. 5 toegevoegd die een verbinding geeft met Gare de l’Est en Gare de Lyon. Metrostation LaChapelle van lijn nr. 2 is door een ondergrondse tunnel met het station verbonden. Verder in de toekomst is nog een ondergrondse verbinding met het nabijgelegen Gare de l’Est voorzien.
Het Gard du Nord is één van de zeven zogeheten ‘kopstations’ van Parijs. De andere stations zijn, Gare de l’Est, Gare d’Austerlitz, Gare Montparnasse, Gare de Lyon, Gare de Bercy en Gare Saint-Lazare.


Place de la Republique

Aangelegd: 1854
Architect: Baron Haussmann
icono-mapa-65

Place Republique Parijs

parijsmijnstad - Place de la RépubliqueHet Place de la République is een plein in de Parijse wijk La République, precies op de grens van het 3e, 10e en 11e arrondissement. Op de locatie van het Place de la République stond vroeger een toegangspoort tot de stad, de Porte du Temple. Deze was gebouwd in de 14e eeuw onder Karel V. Tot kort na de Franse Revolutie heette het plein Place du Chateau-d’Eau.

Hier richtte Alexandre Dumas in 1847 het Théatre Historique op, waar historische toneelstukken te zien waren. Bij de openingsvoorstelling van Dumas’ La Reine Margot stond het publiek twee dagen en nachten in de rij om kaarten te bemachtigen. Later werd het theater omgedoopt in Théatre Lyrique, waar in 1859 de opera Faust van Charles Gounod in première ging.

In 1854 werd het plein op de schop genomen door de ingrijpende stedenbouwkundige plannen van Baron Haussmann. Het nieuwe plein kwam in 1862 gereed onder zijn nieuwe naam, het Republieksplein.

In 1883 werd er het Monument voor de Republiek van de broers Léopold en Charles Morice geplaatst. Dit beeld verving het beeld van Aimé-Jules Dalou dat tegenwoordig op het Place de la Nation staat. Dalou kreeg ter compensatie de opdracht voor de bronzen bas-reliëfs op de sokkel, waarin hij de geschiedenis van de Republiek uitbeeldde.

Place de la Republique is in 2012-2013 volledig aangepast en dat heeft voor het verkeer de nodige overlast veroorzaakt, maar het is zeker de moeite waard geweest. Een compleet nieuwe bestrating met een soort waterfontein waar de kinderen met mooi weer zich uitstekend kunnen vermaken.


Het Canal St.-Martin loopt door meerdere arrondissementen, zo ook door het 10e.



Église St.-Vincent de Paul

Gebouwd: 1824
Architect: Jean-Baptiste Lepère
icono-mapa-65

St.-Vincent-de-Paul Parijs

De Saint Vincent de Paul is de belangrijkste kerk die gedurende de regeerperiode van Lodewijk-Philips gebouwd is. De kerk staat in het 10e arrondissement van Parijs en domineert de wijk waar vroeger het St.-Lazarus, een melaatsenhuis, stond. Hier woonde en werkte Sint Vincent de Paul, naar wie de kerk vernoemd is.

De bouwplannen voor de kerk werden in eerste instantie toevertrouwd aan Jean-Baptiste Lepère. De eerste steen werd in augustus 1824 gelegd, maar de werkzaamheden vorderden langzaam door aonder andere geldgebrek, maar ook door de revolutie van 1830. Het is de schoonzoon van Lepère, Jacques-Ignace Hittorff, die vanaf 1830 met zijn nieuwe ontwerp de leiding van de bouw op zich neemt. Hittorff wijzigde het project compleet. Pas op 25 oktober 1844 werd de kerk ingewijd.
In 1849 tot 1853 werden het schip en apsis door Flandrin en Picot beschilderd met een processie. De achterwand van de portiek zou nog bedekt worden met glazuurpanelen, maar deze werd weer verwijderd op last van de geestelijken, die geschokt waren door de naaktheid van Adam en Eva.
De St.-Vincent de Paul wordt vandaag de dag beschouwd als één van de laatste klassieke kerken van Parijs.


Église Saint-Laurent

Gebouwd: 6e eeuw, huidige 15e eeuw
Opdrachtgever: Gregorius, bisschop van Tours
icono-mapa-65

Eglise-Saint-Laurent

Eerst een klooster, basiliek, kerk, tempel en weer kerk, een bewogen leven.
In de 6e eeuw liet de bisschop van Tours, Gregorius, een klooster met een basiliek bouwen ter ere van Saint Laurent in de straat die tegenwoordig de naam van een andere heilige draagt, de Faubourg-Saint-Martin. De kerk werd zoals de meeste kerken in Parijs tijdens de invallen van de Noormannen in 885 geplunderd en verwoest. In 1180 werd er een nieuwe kerk gebouwd, maar door ruimtegebrek werd deze al weer afgebroken in de 15e eeuw. Geheel volgens de toenmalige stijl werd hier een flamboyant gotische kerk gebouwd. Het altaar werd ingewijd op 14 juni 1429 door Jacques du Chastelier, bisschop van Parijs. Eigenlijk is de kerk nooit geheel afgebouwd en is er eeuwen lang aan gebouwd en verbouwd, goed te zien aan de diverse stijlen. Tijdens de revolutie werd het een tempel van Rede, Hymnen en Trouw. Uiteindelijk wordt het in 1800 weer een katholieke kerk.

Binnen zijn er mooie glas-in-lood ramen, maar deze zijn in de 20e eeuw gemaakt en dus veel jonger dan de kerk zelf. Het mooie orgel, gebouwd in 1685 door François Ducastel, is in in de loop der jaren met regelmaat aangepast en hersteld.


Porte St.-Denis

Gebouwd: 1671-1674
Architect: Nicolas François Blondel

Opdrachtgever: Lodewijk XIV
icono-mapa-65

Porte St.-Denis Parijs

Karel V van Frankrijk bouwde in de 14e eeuw in Parijs Château de Vincennes, maar ook de beruchtte gevangenis de Bastille en iets minder bekend, een verdedigingsmuur om Parijs. Later rond 1670 bedacht Lodewijk XIV, de Zonnekoning, om deze muur af te breken en op de plekken waar eerder de toegangspoorten stonden een aantal nieuwe poorten bouwen. De nieuwe poorten kregen geen verdedigingsfunctie, maar moesten de triomphen van het Franse leger in herinnering houden. De meest bekende en nog steeds aanwezige is de Porte Saint-Denis en heeft een Nederlands tintje. Aan de noordzijde wordt de Hollandse Oorlog (1672-1679), en aan de zuidzijde de Iname van Maastricht (1673) middels twee bas-reliefs herdacht. Aan de beide zijden in gouden letters, LUDOVICO MAGNO, Lodewijk de Grote.

Zoals zo vaak in Parijs was ook dit keer Rome weer een voorbeeld, de bogen zijn namelijk geïnspireerd op de Boog van Titus, te vinden in het Forum Romanum te Rome. Die Fransen hadden zowiezo wat met die Romeinen, want zo is Lodewijk XIV in het bas-relief van de poort te zien, verkleed als Julius Caesar. Maar ook op het Place Victoires staat een prachtig ruiterstandbeeld van hem in Romeinse kleding en siert ook de binnentuin van Hôtel Carnavalet een Romeinse Lodewijk. Uiteraard mocht in zijn paleis Versailles er geen een ontbreken, en zo geschiedde. Hij was trouwens niet de enige. Op het Place Vendôme staat een prachtige zuil, gemaakt van het brons van 1200 kanonnen buitgemaakt bij de Slag van Austerlitz. Als voorbeeld diende de zuil van Trajanus uit(eraard) Rome, met bovenop Napoleon verkleed als ………. Julius Caesar.

Het lullige van dit verhaal is dat de naam van de poort is afgeleid van Dyonisius, de eerste bisschop van Parijs, de later heilig verklaarde Saint Denis. Onthoofd in 250 door mannen in dezelfde kleding als waar Lodewijk en Napoleon zo gek op waren, de Romeinen.


Het Gare de l’Est is één van de zeven zogeheten ‘kopstations’ van Parijs.