Élysée, het 8e arrondissement Parijs


parijsmijnstad - 8e arrondissement van Parijsis de trotse bezitter van de meest bekende straat van Parijs, de Champs-Élysées. Maar deze overvloed van dure winkels is zeker niet het enige wat er te zien is. Wat te denken van het, speciaal voor de Wereldtentoonstelling neergezette, Grand- en Petit Palais, of Napoleon's Arc de Triomphe, of La Madeleine een tempel die uiteindelijk een kerk werd. In dit gedeelte van Parijs staat ook het paleis van de Franse President, het Palais de l'Elysee.
Het door de guillotine en met revolutiebloed besmeurde Place de Révolution hebben ze na de revolutie maar gauw een andere naam gegeven en staat nu bekend als Place de la Concorde, opgesierd met de obelisk uit Luxor. In het rijtje mag natuurlijk niet de meest versierde brug over de Seine ontbreken, de Pont Alexander III, herinnerend aan de goede relatie tussen Rusland en Frankrijk. De vele Russen zorgden zelf ook voor een prachtige kerk, de St.-Alexandre Nevski. Een Russisch-Orthodoxe kerk middenin (hoe kan het anders) de Russische buurt.
Het 8e arrondissement is een must bij een bezoek aan Parijs.

Een mooie wandeling, die voor een gedeelte door deze buurt loopt, is te bekijken en te downloaden op de wandelpagina.


Arc de Triomphe

Gebouwd: 1806
Architect: Chalgrin
Opdrachtgever: Napoleon Bonaparte


icono-mapa-65

Arc de Triompe Parijs

Na overwinningen in de veldslagen bij Merango en Austerlitz, had Napoleon bevel gegeven om in Parijs voor zijn glorierijke Franse legers triomfbogen op te richten. Eén ervan is de Arc de Triomphe du Carrousel en staat nog steeds tussen de Tuilerieën en het Louvre, waar Napoleon zelf woonde. Voor de tweede boog, die men aanvankelijk op de Place de Bastille had willen oprichten, koos men uiteindelijk toch voor het stervormige plein, Place l’Étoile, achter de Champs-Élysées. Hier lag trouwens al jaren een plan voor. Lodewijk XV had zelfs de top van de heuvel al eens 5 meter laten verlagen, zodat de beide hellingen in de Champs-Élysées gelijk zouden zijn. In die tijd liep de stadsmuur, met zijn twee paviljoens met slagbomen, nog aan de oostkant van het plein. Uit de vele aanmeldingen voor het maken van een boog, werd uiteindelijk gekozen voor de al wat oudere Chalgrin. Eindelijk eens geen voorbeeld uit Rome, maar een voorbeeld uit Parijs zelf, de Porte St.-Denis. Deze poort is uit de tijd van Lodewijk XIV. De Arc de Tiomphe heeft wel wat grotere afmetingen en werd aan de tijd aangepast.
De maten waren niet gering, 45 meter breed en 50 meter hoog. Tijdens de bouwwerkzaamheden heeft men grote problemen gehad met de fundering. Toen Napoleon in 1810 zou huwen met Marie-Louise van Oostenrijk staken de muren dan ook nog maar net boven de grond. Daarom liet Chalgrin, in verband met de intocht van het paar, een maquette op ware grootte maken van hout, karton en beschilderde lappen stof. Pas onder Louis-Philippe werden in 1832 de werkzaamheden voortgezet en in 1836 beëindigd.

De enige keer dat Napoleon zelf onder de voltooide triomfboog door is geweest, was toen hij als lijk uit St.-Helena werd gehaald. In 1920 wordt onder de boog het graf van de onbekende soldaat geplaatst. Sinds 1971 is de naam van het plein veranderd in Place Charles de Gaulle. Het plein is de grootste verkeersader van Parijs, er komen maar liefst 12 grote avenues op uit, waarvan de meest bekende ongetwijfeld de Champs-Élysées is.

Onze tip, bestel vooraf een kaartje voor de Arc de Triomphe en je loopt zo langs alle wachtende mensen naar binnen.


Champs Élysées


icono-mapa-65

Champs Elysées Parijs

Op een plaats waar vroeger een moeras lag, en wandelen kon je toen daar wel vergeten want het stikte van de struikrovers, werd een promenade gemaakt van 71 meter breed en een lengte van meer dan 3 km. In 1667 werd de bekende hofarchitect en tuinman André Le Nôtre benadert om de brede promenade van groen te voorzien. In het begin kreeg het bijnamen als; ‘Grande Allée du Roule’ en ‘Grand-Cours’. In 1694 werd de naam van de promenade definitief veranderd in ‘Champs-Élysées’, Frans voor ‘Elysische Velden’. Deze naam verwijst naar de Griekse mythologie waar Elusia een plaats is waar helden vertoeven om zich te ontspannen. In 1724 werd de Champs-Élysées verlengd tot aan de Chaillot heuvel, nu beter bekend als l’Étoile, de locatie van de Arc de Triomphe.

Zijn huidige vorm kreeg de Champs-Élysées pas in 1838 toen de Franse architect Ignaz Hittorf (die op dat moment ook met Place de la Concorde bezig was) de tuinen van de Champs-Élysées aanlegde. Hij installeerde ook voetpaden, gaslampen en fonteinen. Nu begon de Champs-Élysées meer en meer restaurants en hotels aan te trekken, vooral toen in 1900 de metrolijn 1 het Etoile station bereikte.

Tegenwoordig is het misschien wel de bekendste winkelstraat ter wereld, met z’n niet te betalen terrasjes, de grote bekende winkels, z’n prachtige etalages en z’n tienduizenden bezoekers. Het heeft wat en hoort eigenlijk thuis bij elk bezoek aan Parijs.

Parijs op de schop.......

De boulevards en avenues zijn niet altijd aanwezig geweest in de stad Parijs. Pas onder het bewind van Lodewijk XVI begon men de middeleeuwse stad te saneren en het stratenplan drastisch te moderniseren. In 1783 werd per wet vastgelegd dat nieuw aangelegde straten minstens 10 meter breed moesten zijn en de huizen niet hoger dan 20 meter. In 1782 verschenen de eerste trottoirs (Rue d’Odeon) en er werd een begin aan de nummering gemaakt van de huizen, nadat reeds van 1729 straatnaamborden waren aangebracht. Vanaf 1774 werd op grote schaal een volledige tekening van de stad gemaakt en in 1783 werd het verplicht een bouwtekening in te dienen bij verbouw en nieuwbouw. Vanaf 1786 werden huizen op de bruggen afgebroken en vanaf 1765 werden uithangborden, die haaks op de straat waren geplaatst, verboden. Alles moest wijken voor de straat, de avenue en de grote boulevards. De hygiëne werd van groot belang. Kerkhoven midden in de stad werden ontruimd. Vooral de begraafplaatsen, zoals ‘des Innocents’, waren mede oorzaak van vele epidemieën, die in de middeleeuwen duizenden mensen het leven hadden gekost.

parijsmijnstad - Baron HaussmannEén van de grootste namen in de 19e eeuw is die van Baron Haussmann. Wat deze man, voor de stad heeft betekend, is onvoorstelbaar. Maar ook is hij degene geweest die 20.000 mensen uit hun oude vertrouwde huis heeft moeten sturen, om elders in de buitenwijken weer een nieuw onderkomen te zoeken. Haussmann is de man geweest die ervoor gezorgd heeft, dat Parijs is zoals wij het nu kennen. Een ringspoorlijn van 30 kilometer werd aangelegd met 27 halteplaatsen om de buitenwijken aan elkaar te verbinden. Sinds 1850 had het openbaar vervoer al 30 lijnen met maar liefst 500 koetsen. Tussen 1852 en 1870 steeg het aantal inwoners van 1 naar 2 miljoen, onder wie meer dan 100.000 buitenlandse arbeiders. Een spectaculaire maatregel was wel de verplichting van de reiniging van de, voornamelijk witte, voorgevel van de huizen en gebouwen. Een wet die eigenlijk al vanaf 1852 bestond maar waar niet echt op toegezien werd. De wet is trouwens nog steeds van kracht.

Het spijtige van dat alles is dat, bijvoorbeeld een wijk als Port d’Italie, 10.000 woningen met 21.000 bewoners vervangen werd door 16.000 woningen met 49.000 bewoners. Helaas is 80% van de originele bevolking daar verdwenen, omdat zij de torenhoge huurprijzen niet konden betalen. Een wijk als Quartier de la Defense verrees, maar het oude gedeelte is letterlijk van de kaart geveegd, en of het echt mooi is? Torenflats langs de Seineoever? Het zogenaamde ‘Front de Seine’, een plan van Georges Pompidou, om zelfs heel het centrum van de stad tot één groot commercieel centrum van Frankrijk te maken, vond gelukkig niet plaats.


Grand Palais

Gebouwd: 1900
Architect: Albert Louvet
Opdrachtgever: Stad Parijs
icono-mapa-65

Grand Palais Parijs

parijsmijnstad - Grand Palais ParijsHet Grand Palais is een grote ‘glazen’ tentoonstellingshal die gebouwd werd voor de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs. Het werd gelijktijdig met het Petit Palais en de Pont Alexandre III gebouwd en heeft een imposante Neo-classisistische façade met veel Art Nouveau smeedijzerwerk.
Het Grand Palais bestaat in feite uit drie verschillende delen, elk met een verschillende ingang: Palais de la Découverte (een wetenschapsmuseum) is gevestigd aan de Avenue Franklin Roosevelt, Galeries National du Grand Palais (een tentoonstellingsruimte) met ingang aan het Clémenceau plein en tenslotte het Nef du Grand Palais (een evenementenhal) is toegankelijk vanaf de Avenue Winston Churchill, tegenover het Petit Palais.
Sinds zaterdag 24 september 2005 is het Palais na een grondige renovatie van twaalf jaar weer geopend voor het publiek, dit omdat in 1993 een gedeelte van het glazen plafond op instorten stond.


Petit Palais

Gebouwd: 1900
Architect: Charles Girault

Opdrachtgever: Stad Parijs


icono-mapa-65

Petit Palais Parijs

Het Petit Palais werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1900 door de architect Charles Girault en ligt aan de Avenue Winston-Churchill, precies tegenover het Grand Palais. Het Musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris is sinds 1902 gevestigd in Petit Palais. In het museum is een grote verzameling oude en moderne kunst, met onder andere schilderijen van Franse artiesten uit de 19e en de 20e eeuw. Ook hangen er schilderijen van Vlaamse kunstenaars uit de 15e eeuw, Nederlandse schilderijen daterend uit de 17e eeuw en Italiaans Renaissancewerk van Botticelli, Mantegna en Cima da Conegliano. Het grootste deel van de collectie is afkomstig van de erfenis van Auguste Dutuit, die het museum ook nog een aanzienlijke som geld naliet om nog meer kunstwerken aan te kopen.

Petit Palais Parijs

Er is een mooie binnentuin met een prachtige locatie voor een kopje koffie, thee, frisdrankje/wijntje of een klein hapje, Café Le Jardin du Petit Palais. Als het druk is hoef je niet in de rij gaan staan, maar rechts naast de trap is een kleine ingang. Toegang is gratis, gewoon even vragen om een ‘free ticket for the cafétaria".


Lycée Chaptal Parijs

De prachtige toegangsdeur van Lychée Chaptal, Boulevard des Batignolles 45, ooit de school van Nicolas Sarkozy



Madeleine

Gebouwd: eerste ontwerp 1763
Architect: eerste ontwerp Pierre Contant d'Ivry
Opdrachtgever: Lodewijk XV

Madeleine Parijs

De Madeleine, ofwel Eglise St.-Marie-Madeleine, is op het eerste gezicht een merkwaardige kerk. Het meest opvallend is wel de architectuur die met zijn 52 Korintische zuilen van twintig meter lang meer doet denken aan een Griekse tempel dan aan een kerk. Naar een ontwerp van Pierre Contant d'Ivry werd de eerste steen gelegd in 1763 door Lodewijk XV. De plannen voor het bouwen van een kerk op deze plek lagen er al meer dan 20 jaar. Echter door geldgebrek werd de bouw stilgelegd en pas na de revolutie én in opdracht van Napoleon werd het gebouw volledig omgetoverd tot een tempel gewijd aan de roem van zijn grote Franse leger. Na de val van Napoleon gingen er stemmen op om er toch maar weer een kerk van te maken. De arichitect werd Pierre Alexander Vignon, d’Ivry was intussen overleden, alles iets aangepast maar een kerk, …….neen.
De terreinen eromheen bleven maar braak liggen en een mooie boulevard was niet in de buurt. Bij de aanleg van de eerste spoorlijn naar St.-Germain werd er zelfs aan gedacht om er een treinstation van te maken. In 1842 is dan eindelijk de kerk na een bouw van 75 jaar klaar. Het front heeft een mooi en groot fries, in 1834 bewerkt door Lemaire, met beeldhouwwerk dat ‘het laatste oordeel’ voorstelt.

Laduree Parijs

Hier vind je de meest luxe (en duurste) kruideniers van Parijs.

En zie hoe veranderlijk de Parijzenaar toch is, het is nu één van deftigste kerken van Parijs. De welgestelden uit Parijs betalen grote sommen geld om hiervandaan in het huwelijksbootje te stappen. Rondom de kerk staan regelmatig dikke auto’s met particuliere chauffeurs te wachten op hun bazin, die in de peperdure winkels hier hun delicatessen kopen. Een begrip is het filiaal van Fauchon, met zijn Foies Gras, truffels, chocolade en kwaliteitswijnen. Samen een happie doen? Kijk eens bij Kaspia, menu Splendeurs du Caviar voor € 520,00 met ‘gewone’ kaviaar. Liever Béluga kaviaar? geen probleem € 822,00…… Euhh, per persoon!


Église Saint-Augustin de Paris

Gebouwd: 1860 - 1871
Architect: Victor Baltard

parijsmijnstad-Église Saint-Augustin de Paris

Baron Haussmaan, de stadsarchitect van Napoleon III, heeft zeer veel van het oude Parijs afgebroken, maar daarvoor zijn de brede avenues en boulevards in de plaats gekomen. Oude kerken werden verwijderd of figuurlijk gewoon door de midden gehakt. Parijs nam afscheid van de middeleeuwen en moest dankzij de brede wegen bereikbaar én modern worden. Op de splitsing van twee van die grote boulevards, Haussmann en Malesherbes, werd in die periode een nieuwe kerk gebouwd, de Saint-Augustin. Een kerk die paste in het nieuwe gezicht van Parijs, een renaissance uitstraling en afmetingen als groot, groter, grootst. Zelfs zo groots dat Napoleon III al tijdens de bouw een plekje had gereserveerd voor hemzelf en zijn familie in de crypte. Het is er nooit van gekomen, hij stierf in ballingschap in Engeland en werd aldaar in de Sint-Michaelsabdij in Farnborough begraven.

In de kerk gaan je ogen meteen naar de beschilderingen in het schip, de doop van St. Augustinus en de dood van St. Monica zijn het werk van de schilder Diogenes Maillart. De grote orgels zijn gemaakt door de beroemde orgelbouwer Charles Spackman Barker, maar zijn intussen al enkele malen gerestaureerd. De architect Victor Baltard had al bekendheid door zijn ijzeren constructies van de markthallen en hij gebruikte ook hier een ijzeren constructie onder het metselwerk zodat de kerk met zijn 93 meter lengte en een hoogte van 79 meter zonder steunberen kon worden gebouwd. In de kerk zie je links en rechts aan de pilaren de gietijzeren constructie, iets wat Baltard onder geen beding wilde verbergen. Onder de koepel staat een prachtig ciborium, overkapping van het altaar, weliswaar ook van gietijzer, maar het donkere ijzer in combinatie met glimmende goudverf maakt hem mooi en opzichtig.

Église Saint-Augustin de Paris

Voor de kerk staat een ruiterstandbeeld van Jeanne d'Arc naar de hand van Paul Dubois, gemaakt in 1896.

Buiten aan de zuidgevel, de ingang, is een mooi fries met de beelden van Jezus, de twaalf apostelen en de vier evangelisten. Daarboven een indrukwekkend roosvenster met een diameter van acht meter en dankzij de renovatie van de gevel in 2017-2018 is het totaal een plaatje.


Place Francois 1er parijs

Op het Place François 1er staat een mooie fontein uit 1865, ontworpen door Gabriel Davioud.



Palais de l'Elysée

Gebouwd: 1718
Architect: Armand-Claude Mollet
Opdrachtgever: Henri-Louis de la Tour d’Auvergne
icono-mapa-65

Palais l'Elysée Parijs

Het Élysée-paleis is de officiële residentie van de president van de Franse Republiek.

Begin 18e eeuw bezat de architect Armand-Claude Mollet een stuk land aan de weg naar het dorp Roule, ten westen van Parijs (nu de Rue du Faubourg Saint-Honoré) dat grensde aan een kroondomein, de Grand Cours door de Champs-Élysées. In 1718 kocht Henri-Louis de la Tour d'Auvergne, graaf d'Évreux dit, met de afspraak dat hij er een hôtel particulier zou bouwen, met een toegangshof ervoor en een tuin erachter. Dit Hôtel d'Évreux was voltooid in 1722. De naam Palais de l'Élysée zou pas van 1787 dateren, vanwege de nabijheid van de Champs-Élysées. Hoewel het daarna nog vele malen is verbouwd, blijft het een mooi voorbeeld van klassieke Régence.

Het gebouw behoorde toe aan verscheidene hoogadelijke personen, waaronder Madame De Pompadour. Tijdens de Franse Revolutie werd het onteigend en diende het een tijd als staatsdrukkerij en als depot van staatsmeubelen. In 1797 werd het verkocht aan een particulier, die het verhuurde als ruimte voor bals, tentoonstellingen en feesten. Later werd het gebouw opgedeeld in winkels en appartementen, die werden verhuurd. In 1803 kocht maarschalk Joachim Murat, de zwager van Napoleon Bonaparte, het gebouw en liet het met grote kosten ombouwen tot een luxe-residentie voor zichzelf. Toen Murat in 1808 koning van Napels werd, stond hij het paleis aan de staat af. Toen Napoleon Bonaparte in 1809 scheidde van zijn eerste vrouw Joséphine de Beauharnais, schonk hij haar het Elysée. Joséphine verbleef er echter bijna nooit en in 1812 moest ze het aan Napoleon afstaan, in ruil voor het kasteel van Laken. Napoleon verbleef er later af en toe met zijn tweede gezin.

In 1848, ten tijde van de Tweede Republiek, werd het hernoemt tot Elysée National. Hetzelfde jaar werd het voor het eerst toegewezen aan de President van de Republiek als officiële residentie. Sindsdien is het Elysée de ambtswoning van alle Franse presidenten geweest. Vooral onder de Vijfde Republiek is het het centrum van de Franse politiek macht geworden.
Het Élysée telt 365 vertrekken, waarvan 90 onder de grond.


Musée Jacquemart-André

Gebouwd: 1869
Architect: Henri Parent
Opdrachtgevers: Nélie Jacquemart en Édouard André


icono-mapa-65tiqets parijs

parijsmijnstad - Musée Jacquemart-André

Musée Jacquemart-André, wie geld heeft doet wonderen......

Het Musée Jacquemart-André ligt aan de boulevard Haussmann en was eigendom van de schatrijke Édouard André, de enige zoon en erfgenaam van een rijke bankiersfamilie.
Hij bouwde samen met zijn vrouw Nélie Jacquemart een priveverzameling op in een hôtel, een stadspaleis voor de rijken en/of adel. Het huis werd ontworpen in 1869 door architect Henri Parent en de bouw duurde zeven jaar. Henri Parent die de competitie om de bouw van de nieuwe opera verloor aan zijn collega Charles Garnier, ging hier helemaal los en bouwde een schitterend huis.

Als Édouard in 1893 op 60-jarige leeftijd komt te overlijden, breekt er een grote strijd uit om de erfenis tussen de neven en nichten van Edouard en zijn weduwe, maar de laatste won en vergaarde hiermee een zeer groot kapitaal. Nélie, zelf een schilderes, gaat verder met het verzamelen voor het museum en breidde de collectie behoorlijk uit. Na de dood van Nélie in 1912 komt het museum in handen van het Institut de France op de voorwaarde dat het opengesteld wordt voor publiek. Het is op 8 december 1913 dat de toenmalige president Raymond Poincaré, de opening verzorgt en meteen vanaf de opening is het een groot succes.
Nu is het één van de meest bezochte musea van Parijs met een zeer grote collectie schilderijen, waaronder Delacroix, Van Dijck en Rembrandt, beeldhouwwerken en meubelstukken. Maar ook een collectie van bimbelots, zogeheten kleine snuisterijen waar de collectie allemaal mee begon.
Komend door de poort en de binnentuin voel je bij binnenkomst meteen de grandeur van het verleden en vond ik persoonlijk het prachtige trappenhuis het juweel van het museum.

Tip: ga vroeg in de morgen. Hoe later hoe langer de wachtrij.


Place de la Concorde

Aangelegd: 1757 tot 1779
Architect: Jaqques Ange Gabriel
Opdrachtgever: Lodewijk XV
icono-mapa-65

Het 84.000 m2 grote plein huldigde oorspronkelijk de figuur van Lodewijk XV, wiens ruiterstandbeeld van Pigalle en Bouchardon in het midden van het plein stond. Deze Lodewijk XV, ook wel genoemd le Roi Bien-Aimé, was een redelijk geliefd vorst en die moest geëerd worden. De architect Gabriel kreeg de opdracht om van deze verlaten plek, aan het einde van Champs-Elysées en de Tuilerieën, op te knappen. Daar was wel wat van te maken, Lodewijk in het midden, rondom een gracht en aan de noordelijke kant een afsluiting door een paar grote Hôtels. Bedenk dat er in Parijs twee soorten hotels zijn, de hotels zoals wij die kennen en de Hôtels wat eigenlijk grote herenhuizen zijn. Welnu, deze Hôtels die hier gebouwd werden zijn met recht grote herenhuizen.

Twee zeer in het oogvallende Hôtels zijn, Hôtel Crillon waar nu de hoofdzetel van de Automobile Club de France en een zéér chic hotel zijn gevestigd. In het andere Hôtel zit sinds 1792 het Ministerie van Marine. Eén keer raden wie er in de 2e wereldoorlog, in deze Hôtels zijn tenten had ausgesetzt. Goed zo!
Een groot plein trekt veel mensen bij een feest, soms met nare gevolgen. Als er in 1770 vuurwerk wordt afgeschoten ter gelegenheid van het huwelijk van de kroonprins (de latere Louis XVI) met Marie-Antoinette, breekt er paniek uit en 133 personen worden onder de voet gelopen en overlijden ter plekke.

Place de la Concorde Parijs

Het beeld van Lodewijk XV werd, net als alle andere in Parijs, tijdens de Revolutie vernield. Herstel, niet alle beelden werden door de Parijzenaren vernield, het door gekte bevangen publiek liet er één heel, namelijk het beeld van koning Hendrik IV, of liever gezegd ‘le Vert Galant’. Deze is altijd al de lieveling geweest van het volk, vandaar dat niemand in die roerige dagen het lef had om deze te vernielen. Het ruiterstandbeeld staat vandaag de dag nog steeds op de Pont Neuf, de eerste stenen brug van Parijs. Maar goed, in de plaats van het ruiterstandbeeld van Lodewijk XV, kwam er in de tijden van de Revolutie een andere verhoging, namelijk het schavot, met daarop de guillotine. Ondanks dat Place de Bastille de naam heeft van de guillotine, verreweg de meesten zouden hier op dit plein onthoofd worden. De naam van het plein werd gedoopt in Place de Révolution. Meer dan 1300 mensen werden hier, onder toeziend oog van enorm veel publiek, terechtgesteld. Op 21 januari 1793 was het de beurt aan Lodewijk XVI, die afscheid nam met de woorden; “Mijn volk, ik sterf onschuldig”. Een paar maanden later was het de beurt zijn 38-jarige vrouw, Marie Antoinette. Maar ook de bedenkers van de Revolutie o.a. Danton, Desmoulins en Robespierre werden gevangen in hun eigen web om vervolgens op dit plein te worden onthoofd. In 1795 wist de Directoire niet beter te doen dan de met bloed besmeurde naam van het plein te veranderen in het Plein van de Eendracht, beter bekend als Place de la Concorde.

Een mooie politieke oplossing om de kale plek op te vullen kwam van ver, de Obelisk. Vanwege de goede betrekkingen met Egypte, schonk Mehemet Ali, de onderkoning van Egypte, hen de 3.000 jaar oude, uit Luxor afkomstige, Obelisk. Aan de vier zijden staan de daden van Ramses II, uit de 13e eeuw voor Christus vermeld. Koning Louis-Philippe schonk Mehemet Ali als dank je wel voor de obelisk een klok, deze staat opgesteld op de binnenplaats van de Mohamed Ali-moskee in Caïro.
Het 23 meter hoge en 230 ton wegende gevaarte, is een klus geweest om naar Frankrijk te brengen. Vandaar dat dit trots vermeld staat in de sokkel van de Obelisk. Toen de 120 man sterke ploeg, onder leiding van ingenieur Le Bras, de obelisk na veel zweet, bloed en tranen overeind zette, juichten maar liefst 200.000 Parijse toeschouwers. En terecht, want we praten natuurlijk wel over 1836. En dit allemaal terwijl de klok van Louis-Philippe onderweg naar Egypte kapot ging en volgens de geruchten nooit meer heeft gelopen.
Het is maar goed overigens, dat de Fransman toen nog geen hiëroglyfen kon lezen, want anders was hij er nooit komen te staan. De daden waar men het over heeft op de Obelisk, gaan in enkele gevallen over zijn seksuele daden en die waren volgens ‘de naald’ niet gering. De in 1836 nogal preutse Parijzenaar heeft hier absoluut geen weet van gehad, want in beelden omtrekken en vernielen waren ze beslist kampioen.

Place de la Concorde Parijs

Op elke hoek van het achthoekige plein kwam een standbeeld dat symbool staat voor een Franse stad: Bordeaux, Brest, Lille, Lyon, Marseille, Nantes, Rouen en Straatsburg. Ze werden hier geplaatst in 1836 door Jacob Ignaz Hittorf, die het plein herinrichtte. Dat zelfde jaar werd er een bronzen fontein, gekend als de ‘Fontaine des Mers’ toegevoegd aan het plein. Een tweede fontein, de ‘Elevation de la Maritime’ werd in 1839 toegevoegd. Beide fonteinen werden ook door Hittorf ontworpen. Als je goed kijkt dan is het allemaal niet echt origineel, want het lijkt allemaal heel veel op het St.-Pietersplein in Rome. Tja, en dat stond er eerder, al zal de Parijzenaar dit niet graag toegeven. Maar, mooi is het hier zeker! Uitzicht op de vergulde hekken die toegang geven tot het Jardin de Tuileries, uitzicht naar Champ Elysees, de Arc de Triomphe en de Madeleine. Echt, je komt ogen tekort. Niet alleen voor al het moois, maar ook voor de 500.000 auto’s die hier per dag overheen rijden, een chaotische drukte.


Pont Alexandre III

Gebouwd: 1900
Architecten: Cassien-Bernard en Gaston Cousin
Opdrachtgever: Stad Parijs
icono-mapa-65

Misschien wel de mooiste van alle bruggen die over de Seine gaan in Parijs. Deze elegante, in Belle Epoque stijl, heeft een metalen overspanning, die 107 meter lang en 40 meter breed is. Het vormt de verbinding tussen de Esplanade des Invalides en de Champs-Élysèes. Eén van de voorwaarden die gesteld werden aan het ontwerp van de brug was dat het zicht van op de Invalides langs de ene kant en de Champs-Élysées aan de andere kant niet belemmerd mocht worden. De brug werd gebouwd tussen 1896 en 1900, om het verbond Rusland-Frankrijk te herdenken en is naar Tsaar Alexander III genoemd. Zijn zoon Nicolaas II verrichte de opening van de brug.

Hiervan is nog steeds het bewijs te zien, want naast het wapen van Frankrijk, prijkt ook het wapen van Rusland. Aan beide kanten, de noordelijke en zuidelijke, staan de Godinnen van de zege op gevleugelde paarden, in puur bladgoud.

Pont Alexandre III - Parijs

De bruggen hebben altijd een belangrijke betekenis gehad in de geschiedenis en historie van Parijs.
parijsmijnstad - François VillonEr zijn in totaal 37 bruggen, waaronder vier loopbruggen en twee metrobruggen. Van de eerste, Pont Neuf, tot de laatste, hebben zij hun steentje bijgedragen en waren altijd belangrijkste ontmoetingsplaatsen.

Vooral in de middeleeuwen waren bruggen dé centra’s van handel en (on)lusten. Vooral voor de dievenbendes waren het geliefde plaatsen. Een bekende naam uit dat ‘gilde’ was de dichter François Villon, die dan later zijn zonden ging opbiechten in het kleine kerkje St. Julien le Pauvre, in het Quartier Latin. Zijn dichtwerken zijn nu nog steeds populair in de literaire wereld.


St.-Alexandre Nevski

Gebouwd: 1859
Architecten: Kouzmine en Strohm
Opdrachtgever: Orthodoxe gemeente in Parijs
icono-mapa-65

St.-Alexandre Nevski Parijs

Bij toeristen niet zo bekend, maar zeker niet minder mooi!

parijsmijnstad - Alexander NevskyDeze Russisch-orthodoxe Kerk is gebouwd in de periode 1859 tot 1861 en genoemd naar Alexandre Nevski, een Russische prins van Novgorod uit de 13e eeuw. Alexander Nevski wordt geëerd als de stichter van het Russische rijk en werd In 2008 door de Russische bevolking uitgeroepen als grootste Rus aller tijden. Vlak voor zijn dood legde hij de monniksgeloften af en binnen de Russisch-orthodoxe Kerk geldt hij als heilige. De kerk is gebouwd naar voorbeeld van Moskovische kerken in de vorm van een Grieks kruis. Er is gebruik gemaakt van de neo-Byzantijnse stijl.
Deze kerk werd gebouwd dankzij de vastberadenheid en doorzettingskracht van één man. Vader Joseph Vassiliev, kapelaan van de Keizerlijke ambassade, die wilde dat er een eigen kerk voor de Russisch-orthodoxe bevolking van Parijs kwam, hij werd uiteraard de eerste pastoor.

Het interieur van de kerk is rijkelijk versierd met stuccowerk, iconen en muurschilderingen. Op zondag zijn er diensten, uiteraard in het Russisch. De kerk is tevens de zetel van de aartsbisschop van Russisch-orthodoxe kerken in West-Europa. Na afloop begeven de gelovigen zich massaal naar de omliggende Russische restaurants en café’s. Na de Russische revolutie waren er ca. 2.000 Russen in Frankrijk, nu ca. 200.000. Ook tijdens een dienst kun je in- en uitlopen. Wij vinden dat misschien vreemd, maar ze doen zelf niet anders.

In deze kerk trouwde op 12 juli 1918 Pablo Picasso met de Russische danseres Olga Koklova.

Een keer echt genieten? dan moet je vroeg op pad. Normaal is er een dienst (met prachtige gezangen) op zondagmorgen om 10.15 uur. Voor de langslapers is er op zaterdag om 18.00 uur een dienst.
Zeker de moeite waard!


La Maison Loo

Gebouwd: 1925
Architect: Fernand Bloch
Opdrachtgever: Ching Tsai Loo
icono-mapa-65

La Maison Loo, een Chinees huis midden in Parijs.
parijsmijnstad - Maison LooChing Tsai Loo, 1880 - 1957, was een Chinese kunsthandelaar die in 1902 naar Parijs komt en gaat werken in een winkel van een vriend, die Aziatische goederen importeert. Hij opent in 1908 zijn eigen winkel in de Rue Taitbout en een paar jaar later doet hij het zo goed, dat hij filialen in Londen, New York, Changhai en Beijing opent. Na zijn overlijden neemt zijn dochter het bedrijf over, maar door de steeds strenger wordende internationale importregels, wordt de handel in geïmporteerde Chinese kunst steeds moeilijker.

Het huis waar de succesvolle Loo woonde is er nog steeds. De architect Fernand Bloch maakte in 1925 van een normaal woonhuis een pagode, in opdracht van de inmiddels rijke Ching Tsai Loo. Met zijn typische Chinese architectuur compleet met Chinese waterspuwers, een karmozijnrode buitenkant, ramen in keizerlijkgeel en jade-groene dakpannen is het een zeer opvallend gebouw in Parijs. In 2010 werd het gebouw aangekocht door een particulier en mede door de inzet van Jacqueline Barones van Hammerstein-Loxten is het geheel in 2011 gerenoveerd.

La Maison Loo, ook wel bekend als La Pagode Rouge, is nu een privemuseum in het 8e arrondissement van Parijs, met een rijke verzameling aan Aziatische kunst. Alleen op afspraak te bezoeken, maar als je een mooie wandeling maakt in het vlakbij gelegen Parc Monceau, loont het de moeite een klein stukje om te lopen. Alleen al de buitenkant is het waard.


Chapelle Expiatore

Gebouwd: 1815
Architect: Pierre François Léonard Fontaine
Opdrachtgever: Lodewijk XVIII


icono-mapa-65tiqets parijs

Chapelle Expiatoire Parijs

Schuld en boete, daarmee zou je de Chapelle Expiatoire kunnen karakteriseren. De kapel speelde een rol in de roerige geschiedenis van Frankrijk. Met het bouwen van de kapel werd begonnen op 21 januari 1815 en de inwijding vond plaats in 1826. Het was bedoeld als eerbetoon aan Lodewijk XVI, die op 21 januari 1793 tijdens de Franse Revolutie door de guillotine aan zijn einde kwam. Een interessante kapel om te bezoeken.

Na het bezoek aan de guillotine werden de lichamen van Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie-Antoinette eerst hier op een kerkhof 'gedumpt', op de plek waar nu het boomrijke Square Louis XVI ligt. Het kerkhof Madeleine was hier al vanaf 1721, maar werd tussen 1792 en 1794 gebruikt voor de ca. 1300 slachtoffers van de guillotine die toen opgesteld stond op het huidige Place de la Concorde. Ook lagen hier Philippe-Egalité en de moordenares van Jean Paul Marat, Charlotte Corday en ook het privéleger van Lodewijk XVI, de Zwitserse Garde. Het kerkhof was hiervoor allemaal veel te klein en werd een paar jaar later gesloten vanwege aanhoudende klachten over de ondraaglijke stank.

Chapelle Expiatoire Parijs

Toen het koningshuis na de Revolutie weer in ere hersteld was, liet Lodewijk XVIII, jongere broer van Lodewijk XVI, enkele overblijfselen van het echtpaar in 1815 herbegraven in de kathedraal Saint-Denis. Meer dan een schoen en wat beenderen waren dat overigens niet. Vervolgens kocht hij de grond van het voormalige kerkhof op en liet een kapel bouwen op de plek waar zijn broer en schoonzus oorspronkelijk waren begraven. Hij wilde op die manier boete (expiatoire) doen voor de, in zijn ogen, misdaden van de Franse Revolutie en de herinnering aan Lodewijk XVI levend houden.
Op de plek waar vroeger het kerkhof lag bevindt zich nu een kloostergang. Op de binnenplaats is een rozentuin en aan de zijkanten liggen symbolische grafstenen ter herinnering aan de Zwitserse Garde. Ze stierven op 10 augustus 1792 tijdens de verdediging van Palais de Tuileries, het toenmalig onderkomen van Lodewijk XVI en zijn familie. In de kapel staan twee witte marmeren beelden van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette. Het testament van Lodewijk staat geschreven op een zwarte plaat onder aan de voet van het beeld. De crypte is toegankelijk via een trap naar beneden en een zwart marmeren plaat markeert de plek waar het lichaam van Lodewijk XVI is opgegraven.


Gare St.-Lazare Parijs

Bij Gare Saint-Lazare staat een leuk kunstwerkje, L'Heure de Tous van de Franse kunstenaar Arman (1985).



Pont d'Alma

Aangelegd: 1854-1856
Architect: Gabriel
Opdrachtgever: Stad Parijs
icono-mapa-65

Pont d'Alma Parijs

De Pont de l’Alma ligt in het Quartier de l’Alma, dat zijn naam dankt aan de eerste Frans-Britse overwinning in de Krimoorlog (1854). Met zijn 42 meter is het de breedste brug van Parijs. De brug overspant de Seine met twee asymmetrische traveeën, waarvan de langste een reikwijdte heeft van 110 meter. In totaal is de brug 153 meter lang.
De brug werd ingewijd op 2 april 1856 door Napoleon III. Ze maakte van de Place de l’Alma een belangrijk verkeersknooppunt. Omdat de Seine de originele brug had ondermijnd, werd ze in 1970 vervangen door een stalen brug bestaande uit twee bruggen die tegen elkaar zijn aangebouwd.

Aan de noordelijke kant van de Pont de l'Alma, op het Place de l'Alma, staat het monument de Vrijheidsvlam, La Flamme de la Liberte. Een vergulde replica van de vlam die wordt gedragen in de hand van het Vrijheidsbeeld dat staat in New York City en een geschenk was van de stad Parijs aan New York.


Parijs, Lady Diana en de vlam bij Pont d’Alma

parijsmijnstad - Prinses Lady Diana SpencerOp 31 augustus 1997 overleed Diana Frances Spencer, prinses van Wales, tengevolge van een auto-ongeluk in de tunnel bij de Pont de l’Alma, samen met haar vriend Dodi Al-Fayed en hun chauffeur Henri Paul.

Op zaterdag 30 augustus vertrokken de prinses en Al-Fayed laat in de avond bij het Hôtel Ritz aan het Place Vendôme, Parijs. Ze waren op weg naar het huis van Al-Fayed in een rijke buurt in het westen van de stad. Vanuit het hotel passeerden zij het Place de la Concorde, om vervolgens langs de Seine hun weg te vervolgen. Net na middernacht, op 31 augustus om 00.25 uur, reed hun Mercedes-Benz S-280 op hoge snelheid de Almatunnel in, achtervolgd door negen Franse fotografen op verschillende motorfietsen.
Bij de ingang van de tunnel raakte de chauffeur de controle over het stuur kwijt, waarna de auto naar de linkerhelft van de rijbaan schoot, frontaal tegen de dertiende steunpilaar botste en daarna ronddraaiend aan het einde van de tunnel tot stilstand kwam. Er was geen vangrail tussen de pilaren om dit te voorkomen.
Terwijl de inzittenden ernstig gewond of dood in de auto lagen, bleven de fotografen foto's maken. Diana, in kritieke toestand, zou herhaaldelijk de woorden "oh, mijn God" hebben gemompeld, en nadat de fotografen aan de kant werden geduwd door hulpteams, de woorden "laat me met rust". Na het gruwelijke ongeval in tunnel d’ Alma werd Prinses Diana overgebracht naar Hôpital de la Pitié-Salpêtrière, waar ze aan haar verwondingen overleed.

Alhoewel er veel samenzweringstheorieën zijn opgeworpen in de media, wordt over het algemeen aangenomen dat het een ongeluk was, veroorzaakt door de chauffeur die alcohol had gedronken en met hoge snelheid de paparazzi probeerde te ontlopen. Alleen Diana's lijfwacht, Trevor Rees-Jones, overleefde de klap doordat hij een veiligheidsgordel droeg. Diana, Dodi en hun chauffeur droegen hun gordel niet.
Op 14 december 2006 bracht de Britse politie een rapport naar buiten, waarin stond dat het inderdaad een ongeluk was. De Britse rechtbankjury bevestigde de dood door schuld op 7 april 2008.......en toch is volgens sommigen het ongeluk nog altijd in raadselen gehuld.

parijsmijnstad-Vlam-Diane

Het monument

Aan de noordelijke kant van de Pont de l'Alma, op het Place de l'Alma, staat het monument de Vrijheidsvlam, La Flamme de la Liberte. Een vergulde replica van de vlam die wordt gedragen in de hand van het Vrijheidsbeeld dat staat in New York City en een geschenk was van de stad Parijs aan New York. De Vlam bij Pont de l'Alma werd gemaakt gedurende de restauratie van het Vrijheidsbeeld in 1987 en aangeboden door de International Herald Tribune, die haar 100-jarige bestaan vierde van deze Engelstalige krant in Parijs. De zuil van de vlam wordt door veel mensen gezien als een monument voor prinses Diana, omdat het dicht in de buurt van de tunnel staat waar vreselijke ongeluk plaatsvond. Er worden dan ook nog steeds gedichten, foto's, brieven en bloemen bij het monument achtergelaten.